Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2623/GA, 29 januari 2008, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2623/GA

betreft: [klager] datum: 29 januari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Sol, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 oktober 2007 van de beklagcommissie bij de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde gevangenis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van een verzoek om algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De beklagcommissie belet een goede rechtsgang en handelt in strijd met artikel 6 EVRM doordat is verzuimd aan klagers raadsman een kopie van het
dossier toe te zenden. De weigering van de directeur het dossier toe te zenden is in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur zoals neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eén van deze beginselen is dat elke partij kennisneemt van
alle
relevante bescheiden zoals bedoeld in artikel 7:4 Awb. Bovendien is in strijd gehandeld met artikel 65, derde lid, Pbw. Dit artikel voorziet in kennisneming van de gedingstukken door klager. De beklagcommissie kan slechts uitspraak doen op de stukken
die ook aan klager zijn toegezonden. Nu de beslissing niet ondersteund wordt door de onderliggende stukken, is de beslissing op onjuiste wijze tot stand gekomen.
Het negatieve advies van de politie had betrekking op het opgegeven verlofadres. Inmiddels heeft klager een nieuw verlofadres doorgegeven, waarna de politie aan klager heeft medegedeeld positief te adviseren. Dit is door de directeur bevestigd tijdens
de zitting van de beklagcommissie van 1 oktober 2007.

Het negatieve advies van de advocaat-generaal hield in dat klager zich tijdens zijn vorige verlof schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit (bedreiging), waarvoor hij is veroordeeld. Gelet op het uitgebreide strafblad van klager vreest de
advocaat-generaal voor strafbare feiten tijdens een verlof. Voor vorenbedoeld strafbaar feit is klager veroordeeld. Deze veroordeling is op 15 juni 2007 onherroepelijk geworden. Klager was in deze zaak een ontkennende verdachte. Door het slachtoffer is
geen aangifte gedaan, maar ambtshalve door een verbalisant van de politie. Klager heeft geen rechtsmiddel aangewend tegen de veroordeling aangezien dit zou leiden tot onzekerheid over zijn v.i.-datum en deelname aan een penitentiair programma. Klager
heeft gedurende zijn eerdere detenties ook verloven genoten. Deze zijn altijd zonder incidenten verlopen. Het OM overschrijdt zijn bevoegdheden door aan klager een bijkomende maatregel op te leggen.
Klager heeft een tweede verzoek om algemeen verlof ingediend, waarop namens de Minister door de selectiefunctionaris op 4 oktober 2007 afwijzend is beslist. De gronden van het daartegen ingestelde beroep waren voor de selectiefunctionaris aanleiding
zijn eerdere beslissing te herzien en klager alsnog verlof toe te kennen. De inrichting heeft zich bereid verklaard klager met Oud en Nieuw verlof te verlenen, indien het beroep gegrond wordt verklaard.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht. Namens de directeur wordt verwezen naar de reeds verstrekte informatie.

3. De beoordeling
In de leden 1 en 2 van artikel 6 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting staat, samengevat, dat een gedetineerde schriftelijk in kennis wordt gesteld van een beslissing op een verzoek om verlof en dat een afwijzende beslissing kort wordt
gemotiveerd en zo nodig mondeling wordt toegelicht.
In de bestreden, schriftelijk aan klager meegedeelde, afwijzende beslissing wordt slechts verwezen naar negatieve adviezen van de politie en de advocaat-generaal. Ter zitting van de beklagcommissie heeft de directeur de achtergronden van die negatieve
adviezen toegelicht en meegedeeld, dat het multidisciplinaire team na behandeling van het verzoek een verlof als een risicoverlof zag. Voorts heeft de beklagcommissie onbetwist overwogen, dat het BSD bij afwijzing van een verlofverzoek altijd een
uitgebreide mondelinge toelichting geeft.
Onder die omstandigheden moet geoordeeld worden, dat genoegzaam aan voorschreven artikelleden is voldaan, dat de beslissing van de directeur niet onredelijk of onbillijk voorkomt en dat als na te melden beslist moet worden.
De beroepscommissie merkt nog wel op, dat het uit oogpunt van duidelijkheid de voorkeur verdient om in schriftelijke mededelingen als de onderhavige de complete redengeving, zij het kort, op te nemen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 29 januari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven