Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3089/GB, 28 januari 2008, beroep
Uitspraakdatum:28-01-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/3089/GB

Betreft: [klager] datum: 28 januari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.N. Weski, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 november 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Alphen aan den Rijn afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 21 maart 2007 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b./ISD Haaglanden te Den Haag.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft vernomen dat het feit dat een medeverdachte, vermoedelijk [...]., zich zou bevinden in de inrichting, waar klager naar toe overgeplaatst wenst te worden, een obstakel zou zijn om het verzoek tot overplaatsing te honoreren. Dit eventuele
obstakel zou niet ten grondslag mogen liggen aan een afwijzing van het overplaatsingsverzoek. Klager noch medeverdachten verblijven in beperkingen, waardoor de noodzaak van enig onderzoek gefrustreerd zou kunnen worden. Bovendien komt deze
medeverdachte
niet belastend voor in de zaken van klager, noch is hij door de raadsman en klager opgeroepen als getuige. De reden voor overplaatsing is dat klager zijn moeder al zes maanden niet heeft gezien nu zijn moeder wegens suikerziekte fysiek niet in staat is
om de reis naar de inrichting te Den Haag te maken. Omtrent haar gezondheidstoestand zijn stukken van de huisarts aan het b.s.d. overgelegd. Voorts is van belang dat aan klager nimmer ordemaatregelen dan wel disciplinaire straffen zijn opgelegd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het verzoek is afgewezen op grond van informatie van de inrichting waar klager verblijft. De officier van justitie te Haarlem heeft een negatief advies gegeven ter zake van overplaatsing naar het h.v.b. Alphen aan den Rijn in verband met de
aanwezigheid
van (een) medeverdachte(n) in die inrichting. Gedurende het nog lopende onderzoek in klagers strafzaak zal een overplaatsing op sociale gronden gelet op de aanwezigheid van de medeverdachte(n) vooralsnog niet plaatsvinden. Op 30 november 2007 werd
wederom contact opgenomen door de inrichting met het landelijk parket. Het negatieve advies met betrekking tot een overplaatsing blijkt nog steeds van kracht.

3.3. Uit nadere schriftelijke informatie van de selectiefunctionaris van 17 januari 2008, waarvan een afschrift aan klager is gestuurd, volgt dat op dat moment in verband met de detentie van twee medeverdachten in de locatie Alphen aan den Rijn het
advies van het openbaar ministerie om klager niet in die inrichting te plaatsen nog steeds van kracht is.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager heeft in verband met het bezoek van zijn moeder verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. Alphen aan den Rijn. Door de officier van justitie te Haarlem is bezwaar gemaakt tegen overplaatsing in verband met de aanwezigheid van (een)
medeverdachte(n) in laatgenoemde inrichting. Door het landelijk parket is op 30 november 2007 bevestigd dat het negatief advies nog steeds van kracht was op die datum. Nader onderzoek door de selectiefunctionaris op 17 januari 2008 wees uit dat die
situatie ongewijzigd is.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden
aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 januari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven