Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2696/TA, 18 januari 2008, beroep
Uitspraakdatum:18-01-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2696/TA

betreft: [klager] datum: 18 januari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 september 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering van het hoofd van de inrichting om reiskosten van klagers bezoekers te vergoeden.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De inrichting heeft toestemming aan klager verleend om bezoek te ontvangen op 19 april 2007. Door een fout van de inrichting is dit niet doorgegaan. Volgens
klagers bezoekers zijn zij ’s ochtends al vertrokken en werden ze halverwege de reis gebeld. Hetgeen het afdelingshoofd heeft verklaard, is niet geloofwaardig. Beide bezoekers hadden moeten werken en hebben speciaal een dag vrij genomen. Klager zou
hiervoor graag een compensatie willen ontvangen.
Hij heeft verzocht om zijn beroep mondeling te mogen toelichten.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het betreft geen beklagwaardige zaak. Klager vraagt compensatie voor zijn bezoekers en daarvoor is het beklagrecht niet geschreven.
De beklagrechter had klager niet-ontvankelijk in het beklag dienen te verklaren. Overigens heeft de manager van de afdeling aan de beoogde bezoeker(s) nadrukkelijk geadviseerd om niet af te reizen zonder tegenbericht dat het bezoek door zou kunnen
gaan. Dat zij dit toch gedaan hebben, dient voor risico van de bezoekers te komen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om het beroep mondeling toe te lichten af.
De beroepscommissie is van oordeel dat de weigering om de reiskosten van klagers bezoekers te vergoeden geen beslissing betreft waartegen klager overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 56 of 57 Bvt beklag kan indienen. De beroepscommissie zal
derhalve de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. drs. F.A.M. Bakker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 18 januari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven