Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2846/GA, 7 januari 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-01-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2846/GA

betreft: [klager] datum: 7 januari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.M. Lintz, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 oktober 2007 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.)/ISD Rotterdam, betreffende: a. een ordemaatregel van zeven dagen afzondering in een afzonderingscel in verband met het herhaaldelijk weigeren van
afname van vingerafdrukken; b. het onthouden van de voorgeschreven medische zorg in die periode en c. het jegens klager toegepaste geweld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 december 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman voornoemd en [...], afdelingshoofd bij voormeld h.v.b./ISD.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie voegt hier het volgende aan toe. In artikel 28, tweede lid, Pbw is de wettelijke
grondslag gegeven voor de verplichting voor de gedetineerde mee te werken aan het afnemen van vingerafdrukken. Bij brief van 6 december 2006 heeft de Minister van Justitie de Tweede Kamer geïnformeerd over de noodzaak van intensivering van de
identiteitsvaststelling van gedetineerden. Hij kondigde daarin aan, vooruitlopende op de indiening van een wetsontwerp, bij wijze van inhaalslag van alle gedetineerden eenmalig foto's en vingerafdrukken te laten nemen. Het afnemen van vingerafdrukken
bij klager door de recherche in opdracht van de directeur maakt hiervan onderdeel uit. De beroepscommissie is van oordeel dat de omschrijving door de Minister van Justitie in zijn brief een - in afwachting van nadere regelgeving - toereikende
uitwerking
vormt van de wijze waarop aan de wettelijke verplichting tot medewerking van gedetineerden uitwerking wordt gegeven.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie onder aanvulling van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. P.A.M. Mevis, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 7 januari 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven