nummer: 07/2705/GM
betreft: [klager] datum: 20 december 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zuyderbos te Heerhugowaard,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 20 september 2007 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.
Ter zitting van de beroepscommissie van 5 november 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord.
De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zuyderbos heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 1 augustus 2007, betreft het feit dat de pijnlijke plekken onder klagers voeten niet verbeteren door gebruik van de verstrekte zalf.
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Hij heeft eelt onder zijn voeten. De zalf, die regelmatig niet voorhanden is, werkt niet. Het maakt de plekken zachter, maar het gaat niet weg. De pijnlijke plekken worden steeds erger. De medisch adviseur voert aan dat het te maken heeft met de stand
van zijn voeten. Dat is voor het eerst dat klager dat hoort. Er zouden steunzolen zijn aangevraagd, ook daar wist klager niets van. Later bleek weer dat ze niet zouden worden vergoed. Voorheen verwijderde klager het eelt zelf met een scheermesje.
De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
In februari 2007 heeft klager zich bij de medische dienst gemeld in verband met pijn aan zijn voeten. Daarvoor is hij ook behandeld. Anders dan klager stelt werkt de zalf wel, deze verweekt de pijnlijke plekken. Na behandeling zien de voeten er beter
uit. Klager is geadviseerd steunzolen aan te schaffen, op eigen kosten, vanwege de stand van zijn voeten.
3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat uit de reactie van de inrichtingsarts blijkt dat klager last heeft van likdoorns/eelt. Deze pijnlijke plekken worden regelmatig weggehaald en klager wordt verzachtende zalf voorgeschreven. De oorzaak van deze plekken
hangt samen met het gegeven dat klager last heeft van doorgezakte voeten. In dat kader is door de medische dienst aan klager het advies gegeven steunzolen aan te laten meten, welk advies door klager niet is opgevolgd. Dat deze steunzolen van
overheidswege vergoed zouden moeten worden is, anders dan klager meent, niet het geval.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en L.E.M.Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 december 2007
secretaris voorzitter