Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2757/GM, 20 december 2007, beroep
Uitspraakdatum:20-12-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2757/GM

betreft: [klager] datum: 20 december 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van en tevens ingediend door mr. C. Wendenburg, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 9 oktober 2007 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 november 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C. Wendenburg, en, namens de inrichtingsarts, [...], unit-directeur van voormelde
locatie en [...], hoofd medische dienst.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 29 augustus 2007, betreft het onthouden van toegang tot de medische dienst door verzoekbriefjes niet serieus te nemen of klager pas na enkele weken op te roepen.
Tevens het nalaten een Russische tolk in te schakelen.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Namens klager is zijn klacht als volgt toegelicht.
Om te kunnen beoordelen of een klacht spoedeisend is dient een klager met spoed te worden opgeroepen en dient een tolk ingeschakeld te worden. Gedurende de vakantie van de inrichtingsarts had een vervanger ingeschakeld moeten worden alsook een tolk.
Klager werd na ieder consult weer weggestuurd in plaats van dat hij werd doorverwezen naar een specialist. Het is dan niet verwonderlijk dat hij telkenmale nieuwe briefjes invult.
Klager heeft ter zitting aangevoerd dat het bijna altijd gebeurde dat hij, nadat hij een sprekersbriefje had ingevuld, lang moest wachten alvorens hij door de arts werd opgeroepen. Eénmaal heeft hij zelfs twee á drie weken moeten wachten voor hij bij
de
arts terecht kon, zonder dat hem hiervoor een reden werd medegedeeld. Vanuit de arts werd geen enkele actie ondernomen, klager moest altijd zelf opnieuw een briefje invullen.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
De verpleegkundige belemmert de communicatie tussen klager en de arts niet. Klager krijgt wekelijks aandacht, de arts heeft ook gezorgd voor een vertaling van het Russische verhaal van klager. Klager gaat geopereerd worden aan het Eagle-syndroom. De
enige periode dat klager langere tijd niet bij arts is geweest betrof de vakantieperiode van de arts. Het wordt wenselijk geacht dat hij door zelfde arts gezien wordt, door een andere inrichtingsarts wil hij niet meer behandeld worden.
Indien een gedetineerde een briefje invult ligt dit de volgende dag bij de medische dienst en wordt hij uitgenodigd door de verpleegkundige. Klager komt daarbij altijd meteen bij de arts. Dit om de medische problemen zoveel mogelijk in een hand te
houden en tevens omdat het contact met de verpleegkundige wat stroef verliep. In een periode van zes maanden heeft hij zeker 16 consulten gehad, welke ook langer duurden dan een regulier consult.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting vast dat er mogelijk sprake was van een moeizame communicatie tussen klager en de verpleegkundige. Teneinde dit uit de weg te gaan is besloten klager, zodra hij een
briefje
had ingeleverd, direct toegang te verschaffen tot de inrichtingsarts en ook telkenmale bij dezelfde inrichtingsarts. Deze werkwijze kan niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Nu klager enkel in algemene bewoordingen vermeldt dat de
communicatie en de behandeling niet naar behoren is geweest, maar daarbij niet concreet heeft kunnen aangeven wat er exact op welke datum is misgegaan acht de beroepscommissie, nu van feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten
leiden niet is gebleken, het handelen door of namens de inrichtingsarts niet in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 december 2007

secretaris voorzitter

Naar boven