Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2391/GM, 20 december 2007, beroep
Uitspraakdatum:20-12-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2391/GM

betreft: [klager] datum: 20 december 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Noord te Den Haag,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 29 augustus 2007 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 november 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is [...], inrichtingsarts bij voormelde locatie, gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 8 juli 2007, betreft het niet verstrekken van medicatie voor klagers hartaandoening.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft het volgende aangevoerd.
Er is te lang gewacht met bloedafname. De papieren van de cardioloog waren al een paar dagen binnen. Waarom is er een maand gewacht totdat de medicatie verstrekt werd?

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Er was geen sprake van een hartaandoening, noch van afwijkingen aan de coronaire vaten. Klager leed aan hyperventilatie. Wel is uit eerder onderzoek een risicofactor voor hart- en vaatziekten geconstateerd. Uit zorgvuldigheid heeft de inrichtingsarts
de
vetzuren tweemaal laten bepalen, deze waren in overeenstemming met de NHG-standaard. Uiteindelijk is er een statine voor geschreven. Klager heeft enkele malen geklaagd over ritmestoornissen, er is niet duidelijk geworden welke stoornissen het
betroffen.
Klager is een bètablokker voorgeschreven.

3. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is de beroepscommissie genoegzaam gebleken dat de inrichtingsarts de medische informatie van klager heeft opgevraagd. Uit de hem verstrekte informatie kwam naar voren dat klager geen last had van
hartproblemen en dat hij schone vaten had. Wel bleek zijn cholesterol hoog. De inrichtingsarts heeft volledigheidshalve de vetzuren tot tweemaal toe laten bepalen, zoals in overeenstemming met de NHG-standaard. De handelwijze van de inrichtingsarts
moet,
het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, als zorgvuldig en adequaat worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 december 2007

secretaris voorzitter

Naar boven