nummer: 07/3217/GV
betreft: [klager] datum: 17 december 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 21 november 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Volgens klager is het niet deelnemen aan een TR-traject geen reden voor een afwijzing van een aanvraag
voor verlof. Daarom zou klager moeten worden toegestaan alsnog met algemeen verlof te gaan.
Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft algemeen verlof aangevraagd. Hij functioneert binnen de inrichting op redelijk goede wijze. Hij valt binnen de termen voor deelname aan TR. Omtrent klager is een Risicoanalyse gemaakt. Hij heeft aangegeven dat hij niet de wens en motivatie
heeft om met name zijn middelengebruik te veranderen, waarbij hij meteen aangeeft niet te willen meewerken aan het voor hem op te stellen reïntegratieplan. Daardoor kan het recidiverisico niet worden ingeschat, hetgeen een contra-indicatie is voor het
verlenen van verloffaciliteiten.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen (jovo-gevangenis) De Schie te Rotterdam heeft in verband met het ontbreken van een TR-reïntegratieplan negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Alkmaar heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verlenen van algemeen verlof.
De politie Enkhuizen heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen klagers opgegeven verlofadres.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek, wegens – kortweg – gekwalificeerde diefstal, openlijke geweldpleging en vernieling. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 20 januari 2008. Aansluitend dient hij
eventueel een subsidiaire hechtenis van drie dagen en vier dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal twee verlofaanvragen indienen.
Het verzoek om algemeen verlof is afgewezen op de grond dat met betrekking tot klager, nu het bureau Terugdringen Recidive (TR) geen reïntegratieplan voor klager kan opstellen, geen recidiverisico kan worden vastgesteld. Dit wordt door de
selectiefunctionaris als een contra-indicatie gezien voor het verlenen van verloffaciliteiten. De beroepscommissie verstaat dat de selectiefunctionaris daarmee bedoeld heeft te zeggen dat klager, door niet deel te (willen) nemen aan (onderdelen van)
het
TR-traject, niet in aanmerking kan komen voor algemeen verlof.
Het enkele niet deelnemen aan een TR-traject levert in beginsel geen contra-indicatie op voor een afwijzing van een verzoek om algemeen verlof. Daarvoor zou nodig zijn dat er sprake is van andere, bijkomende, feiten of omstandigheden, die een afwijzing
van het verzoek om verlof rechtvaardigen. Uit de beslissing van de selectiefunctionaris blijkt niet van dergelijke feiten of omstandigheden. Gelet daarop is die afwijzende beslissing genomen op een grond die deze niet kan dragen. Het beroep zal daarom
gegrond worden verklaard. De bestreden beslissing zal worden vernietigd en aan de Minister zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen, met inachtneming van deze uitspraak, binnen een termijn van twee weken (na ontvangst).
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor de toekenning van een tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken (na ontvangst).
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 december 2007.
secretaris voorzitter