nummer: 07/3099/GV
betreft: [klager] datum: 17 december 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 12 november 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klager voert aan dat er in zijn ogen geen redenen zijn om het aangevraagde verlof af te wijzen, hij
heeft zich tijdens zijn verblijf in detentie steeds goed gedragen. Hij wil het aangevraagde verlof niet alleen gebruiken voor de viering van zijn twintigjarig huwelijksfeest maar ook om hulp te bieden aan zijn uit huis geplaatste dochter. Klager heeft
daartoe een afschrift van een schrijven van het bureau Jeugdzorg bijgevoegd. Klager heeft geen reden om een eventueel verlof te misbruiken. Daardoor zou immers zijn plaatsing in een (zeer) beperkt beveiligde inrichting in het gedrang komen.
Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Een twintigjarig huwelijksjubileum is geen reden voor het verlenen van incidenteel verlof. Voor zover klager in beroep aanvoert dat hij hulp wil bieden aan zijn uit huis geplaatste dochter, is het voor de selectiefunctionaris onduidelijk hoe hij die
hulp denkt te kunnen geven op een feestdag als door hem genoemd. Los daarvan geeft het rapport van dat bureau Jeugdzorg overigens geen aanknopingspunten voor het verlenen van verlof.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zeven jaar met aftrek, wegens – kortweg – opzettelijke overtreding van het verbod van artikel 2 van de Opiumwet. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 6 oktober 2009.
Op grond van het bepaalde in artikel 21, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI) (hierna: de Regeling) kan incidenteel verlof worden verleend voor gebeurtenissen in de persoonlijke
sfeer
van de gedetineerde, waarbij zijn persoonlijke aanwezigheid noodzakelijk is. Het incidenteel verlof is verzocht om klager in staat te stellen aanwezig te zijn bij de viering van zijn twintigjarig huwelijksjubileum. Hoewel dit een gebeurtenis in de
persoonlijke sfeer van klager kan worden genoemd, is niet aannemelijk geworden dat klagers aanwezigheid daarbij noodzakelijk is. Ook de door klager in beroep genoemde omstandigheid, te weten dat zijn dochter zijn hulp nodig heeft, is onvoldoende
aannemelijk geworden. Klager voldoet mitsdien niet aan de eis van artikel 21, eerste lid, van de Regeling. Hetgeen hiervoor is overwogen maakt dat de beslissing van de Minister, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk
of onbillijk moet worden aangemerkt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 december 2007.
secretaris voorzitter