Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2432/GA, 12 december 2007, beroep
Uitspraakdatum:12-12-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2432/GA

betreft: [klager] datum: 12 december 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C. Wendenburg, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 september 2007 van de beklagcommissie bij de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 november 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw
mr. C. Wendenburg.

De directeur van de locatie Dordtse Poorten heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag houdt in dat klagers cel bij een celinspectie overhoop is gehaald, foto’s zijn verkreukeld en etenswaren zijn weggegooid.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij de celinspectie zijn foto’s van klagers kinderen verfrommeld en etenswaren weggegooid. Een personeelslid, genaamd [A], heeft dit gezien. Klager heeft getracht om het afdelingshoofd en de directeur te spreken. [A] heeft de celinspectie niet zelf
verricht. Klager heeft [A] een week of twee geleden gezien. Hij wil wel verklaren over hetgeen hij heeft gezien, maar hij wil niets op papier zetten. De foto’s waren afgedrukt op gewoon fotopapier. Klager kan de foto’s niet tonen, want ze zijn
inmiddels
uitgevoerd. Verzocht wordt om Leen als getuige te horen of informatie in te winnen bij Leen.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt niet nader toegelicht.

Per faxbericht is op 22 november 2007 aan de directeur verzocht om een schriftelijke verklaring van het personeelslid genaamd Leen aan de beroepscommissie toe te zenden vóór 30 november 2007.

Op 27 november 2007 is op het secretariaat van de Raad per faxbericht de reactie van de directeur ontvangen en is daarvan een afschrift aan klager en zijn raadsvrouw gestuurd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie heeft nadere informatie ingewonnen bij de inrichting naar aanleiding van klagers stelling dat een personeelslid genaamd [A] getuige zou zijn geweest van het verfrommelen van klagers foto’s en het weggooien van etenswaren bij een
inspectie van klagers cel. Gelet op de schriftelijke reactie van de directeur van 27 november 2007, waaruit volgt dat er geen personeelslid op de afdeling of nabijgelegen afdeling werkt dat de naam [A] draagt en er ook geen ander personeelslid getuige
is geweest van hetgeen door klager is gesteld, acht de beroepscommissie niet aannemelijk geworden dat het door klager gestelde juist zou zijn. Hetgeen in beroep is aangevoerd, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing
leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. C. Kelk en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 december 2007

secretaris voorzitter

Naar boven