Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2169/GA, 10 december 2007, beroep
Uitspraakdatum:10-12-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2169/GA

betreft: [klager] datum: 10 december 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 juli 2007 van de beklagcommissie bij de locatie Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 november 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.D. van Doleweerd en [...], unit-directeur bij de locatie Alphen aan den Rijn.

Klager, zijn raadsman en de directeur hebben desgevraagd verklaard geen bezwaar te maken tegen de samenstelling van de beroepscommissie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag houdt in:
a. de weigering om 30 exemplaren van het tijdschrift Respond aan klager uit te reiken en
b. de weigering om een schorsingsverzoek te faxen aan de RSJ.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot onderdeel a.:
Klager is hoofdredacteur van Respond magazine. De artikelen voor Respond worden binnen en buiten de inrichting geschreven. Klager zet het tijdschrift in elkaar. Het wordt door klager per CD-ROM aangeleverd en doorgestuurd naar een designbureau buiten
de
inrichting en vervolgens gedrukt. Klager heeft met de directeur een contract gesloten over het gebruik van zijn laptop op cel. Klager heeft een laptop nodig in verband met Respond en niet voor zijn studie. Klager heeft met het hoofd beveiliging
gesproken over hoe het tijdschrift per CD-ROM uitgevoerd zou worden. Klager hoeft voor zijn studie geen gegevens uit te voeren middels een CD-ROM.
Klager had eerder een exemplaar van Respond via de post ontvangen. Vervolgens zijn hem 30 extra exemplaren van hetzelfde nummer van Respond toegestuurd en is geweigerd om hem die exemplaren uit te reiken met het oog op het belang van de handhaving van
de orde of de veiligheid in de inrichting. Dit betekent dat de directeur een nieuwsblad inhoudelijk toetst en dit is in strijd met artikel 48, eerste lid, van de Pbw, artikel 7 eerste lid jo derde lid, van de Grondwet, artikel 10, eerste lid, EVRM en
artikel 19, eerste lid, IVBPR. Het is in strijd met de vrijheid van drukpers. Artikel 48 van de Pbw bepaalt dat gedetineerden recht hebben op kennisnemen van het nieuws voor eigen rekening en de Pbw biedt de directeur geen enkele bevoegdheid om nieuws
naar de inhoud te toetsen, waardoor de beslissing van de directeur geen grondslag vindt in de wet. Het lezen van het tijdschrift zou ook de orde en veiligheid in de inrichting in gevaar brengen, maar er circuleerden al enkele exemplaren. Vier
gedetineerden, die geabonneerd waren op Respond, hebben hun exemplaar zonder problemen ontvangen. Het was overigens niet de bedoeling dat verzoeker het tijdschrift binnen de inrichting zou uitdelen. Ook in andere tijdschriften, die circuleerden binnen
de inrichting, waren artikelen gepubliceerd over dezelfde onderwerpen als in Respond.
[A] zat op klagers afdeling en een andere gedetineerde heeft informatie van hem gekregen. Er is gevraagd of die informatie gepubliceerd mocht worden en dat is toegestaan door [A] Er waren in andere tijdschriften al artikelen verschenen over [A] De
directeur wist van Respond af. Bij het overleg of klager een laptop op zijn cel mocht hebben, is dat uitgebreid aan de orde geweest. Klager heeft er nooit een geheim van gemaakt.
Binnenkort verschijnt het tweede nummer van Respond.
Met betrekking tot onderdeel b.:
Verzoeker had een spoedeisend belang omdat hij het tijdschrift nodig had om het aan potentiële adverteerders toe te zenden en daar verzoeker daarin is belemmerd, heeft dit grote financiële gevolgen voor zowel het Respond magazine als de Landelijke
Gedetineerden Commissie. Het afdelingshoofd heeft geweigerd om klagers schorsingsverzoek te faxen, omdat men dat niet deed in de inrichting.

Klager heeft nadat hij het woord heeft gevoerd een pleitnota aan de beroepscommissie overgelegd.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot onderdeel a.:
Er is geen toestemming gegeven in de zin van artikel 40 Pbw. Gedetineerden die contact willen hebben met de pers moeten daartoe toestemming vragen aan de directeur. Klager wordt, als hoofdredacteur van Respond, door de directeur gezien als een
vertegenwoor-diger van de pers. Klager had ook toestemming moeten vragen om in de gevangenis te werken. Betwist wordt dat de directeur op de hoogte was. Niet bekend was dat er al vier exemplaren van Respond waren uitgereikt. Het postpakket, met daarin
30 exemplaren van Respond, is geweigerd op grond van artikel 36, vierde lid, Pbw en in klagers fouillering opgeslagen. Inhoudelijk heeft er geen toetsing plaatsgevonden. Klager heeft het tijdschrift niet voorgelegd aan de directeur. Het contract met
betrekking tot de laptop geeft aan hoe klager gebruik diende te maken van zijn laptop op cel. Hem is het gebruik van een USB-stick niet toegestaan en wel van een CD-ROM. De directeur, die het contract met klager heeft gesloten, wist niet dat hij als
journalist zou fungeren. In het tijdschrift wordt informatie verstrekt over gedetineerden, die op dat moment in de inrichting verbleven. Hun privacy was daarmee in het geding.

Met betrekking tot onderdeel b.:
Klager stelt dat het afdelingshoofd het schorsingsverzoek niet wilde faxen omdat dat niet gedaan zou worden in de inrichting. Dit is niet juist.

Op 21 november 2007 is op het secretariaat van de Raad per e-mailbericht een nadere verklaring van het afdelingshoofd W. ontvangen, inhoudende dat bekend is dat klager tijdschriften via de invoer binnen heeft laten komen en dat een exemplaar op cel is
geweest, maar later door de tussenkomst van de directeur weer van cel is gehaald en in de fouillering van klager is gestopt. Over het weigeren van een faxverzoek is niets bekend. De regel is als gedetineerden iets willen faxen of in beklag willen gaan
dat dit via het personeel loopt en niet via het afdelingshoofd. Klager en zijn raadsman is een afschrift gezonden van voormeld e-mailbericht.

3. De beoordeling
Met betrekking tot onderdeel a.:
Voorop gesteld wordt dat het beroep slechts de vraag betreft of de directeur op goede grond geweigerd heeft klager een pakket van 30 exemplaren van het tijdschrift Respond uit te reiken. Van Respond bevinden zich bij de stukken de voorpagina en de
inhoudsopgave van het enige tot op heden verschenen nummer. Respond is een uitgave van de Stichting Landelijke Gedetineerden Commissie. De inhoudsopgave vermeldt: (blz. 4) Dader Baarnse moordzaak bekent motief; (blz. 5) Woekerprijzen in de bajes; (blz.
7) Is verlof een recht of een gunst; (blz. 8) Levenslang door de waarheid te spreken; (blz. 10) (Praktijkervaringen). Ik ben een pooier en trots daarop; (blz. 11) Blijven staan of zitten gaan; (blz. 12) Vervroegde en voorwaardelijke invrijheidstelling;
(blz. 14) Topambtenaren betrokken bij kinderporno; (blz. 15) Slachtoffer in gevangenschap.
In de beslissing tot weigering van de uitreiking is het volgende vermeld: “Deze beslissing is genomen op de volgende overwegingen: met het oog op het belang van de orde of veiligheid in de inrichting: in het magazine artikelen staan over
Justitiemedewerkers en over de strafzaak van een medegedetineerde op de afdeling”. Hier wordt door de directeur een inhoudelijke grond voor de weigering van Respond gegeven die geheel losstaat van de hier verder niet te beoordelen vraag of klager al
dan
niet op geoorloofde wijze was betrokken bij de vervaardiging van Respond. De weigeringsgrond heeft mede gelet op de toelichting van de directeur in de beklag- en beroepsprocedure in het bijzonder betrekking op een bijdrage op blz. 8 betreffende
medegedetineerde [A] en de bijdrage op blz. 14 betreffende de topambtenaren. In de inhoudsopgave wordt omtrent de inhoud van de bijdrage op blz. 8 nog vermeld: “[A] zou één van de grootste maffiabazen aller tijden zijn en is in 2002 veroordeeld tot
levenslange gevangenisstraf. Maar nu zijn er nieuwe feiten bekend geworden die deze veroordeling ter discussie stellen.”Over de bijdrage op blz. 14 wordt in de inhoudsopgave vermeld: “Uit een geheim staatsrapport van Turkije, die in ons bezit is,
blijkt
dat Nederlandse topambtenaren al inmiddels jarenlang betrokken zijn bij kinderporno; in Turkije.”
Als onbetwist staat vast dat de vermelde bijdragen op blz. 8 en blz. 14 geheel of vrijwel geheel zijn afgeleid uit hetgeen in andere media (kranten, radio en televisie) reeds voorafgaand was geopenbaard. Niet gebleken is dat van de zijde van de
inrichting op enigerlei wijze op deze berichtgeving is gereageerd door deze te verbieden.
Niet valt in te zien op welke wijze juist de verspreiding van Respond de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting in gevaar zou kunnen brengen. De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing van de directeur niet op goede gronden
rust en zal het beroep gegrond zal verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond zal verklaren. Zij zal aan klager terzake een tegemoetkoming van
€ 25,= toekennen.

Met betrekking tot onderdeel b.:
Klager heeft op 1 mei 2007 aan een personeelslid verzocht om zijn schorsingsverzoek terstond naar het secretariaat van de Raad te faxen. Dit schorsingsverzoek betrof de beslissing vermeld onder a. Door klager is gesteld dat hem geantwoord is dat er in
de inrichting geen schorsingsverzoeken gefaxt werden. Uit de stukken in de schorsingszaak 07/1139/SGA is ook gebleken dat klagers verzoek niet gehonoreerd is en dat het verzoek op 4 mei 2007 op het secretariaat van de Raad is ontvangen.
De gedetineerde die een schorsingsverzoek aan de voorzitter van de beroepscommissie wenst voor te leggen, en die vanuit zijn gezichtspunt belang heeft bij een spoedige behandeling van dat verzoek, dient naar het oordeel van de beroepscommissie door de
inrichting in de gelegenheid te worden gesteld om dit schorsingsverzoek desgewenst per fax te (doen) versturen.
De voorzitter van de beroepscommissie dient te oordelen over de spoedeisendheid van een schorsingsverzoek en niet het inrichtingspersoneel. Derhalve is het niet aan het personeel van de inrichting om te bepalen dat een schorsingsverzoek niet per
faxbericht wordt doorgestuurd aan de RSJ. De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren, de beslissing van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij kent aan klager terzake een tegemoetkoming toe van € 15,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep vermeld onder a. en b. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van in totaal € 40,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. C. Kelk en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 december 2007

secretaris voorzitter

Naar boven