Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1918/TA, 27 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:27-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1918/TA

betreft: [klager] datum: 27 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in art. 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 maart. 2007 van de beklagcommissie bij het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 oktober 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], afdelingshoofd bij voormelde tbs-inrichting.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. toezicht op bezoek;
b. beperking bezoekduur;
c. weigering deelname aan patiëntenraad en
d. toezicht op telefoneren.

De beklagcommissie heeft het beklag vermeld onder a., b. en d. ongegrond verklaard en klager in het beklag vermeld onder c. niet-ontvankelijk verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het toezicht op klagers bezoek en op het telefoneren heeft heel lang geduurd. Gewoonlijk wordt dat opgelegd voor maximaal vier weken en wordt er elke vier weken een
nieuwe beslissing genomen. Tegen klager is gezegd dat het toezicht tot het volgende STB zou gelden en dat er geen aanleiding was om het toezicht te beëindigen. Het toezicht zou worden beëindigd als klager goed zijn best zou doen. Omdat er een
herselectie voor een andere tbs-inrichting zou volgen, is het toezicht niet opgeheven.
Klager was door alle patiënten tot lid van de patiëntenraad gekozen. Drie dagen later heeft het hoofd van de inrichting beslist om klager vanwege behandeldoeleinden uit de patiëntenraad te zetten.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Er was sprake van veel ruis rond klager. Uit brieven, die in Vught zijn onderschept, bleek dat zijn moeder als een soort koerier
fungeerde voor klagers handel. De behandeling is in de inrichting nooit van de grond gekomen. Er was over en weer geen vertrouwen en sprake van strijd. Dit heeft ertoe geleid dat klager beperkingen zijn opgelegd. Dit heeft vrijwel de gehele
behandeltijd
geduurd. Klagers deelname aan de patiëntenraad werd gebruikt door klager om de strijd verder door te zetten.

3. De beoordeling
Voor wat betreft het beklag vermeld onder a., b. en d. kan hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.
Voor wat betreft het beklag vermeld onder c. overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit de Nota van toelichting op de artikelen 42 tot en met 45 Rvt volgt dat aan tbs-gestelden passief kiesrecht toekomt. Derhalve betreft de bestreden beslissing
een
beperking van een recht en kan klager op grond van het bepaalde in art. 56, eerste lid aanhef en onder e., Bvt worden ontvangen in het beklag.
Klagers deelname aan de patiëntenraad is beëindigd omdat dit zijn behandeling niet ten goede kwam. Klager gebruikte zijn lidmaatschap van de patiëntenraad om de strijd met het behandelteam voort te zetten, zo heeft de inrichting aangevoerd. De
beroepscommissie is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat er vanuit behandeloogpunt reden was om klagers deelname aan de patiëntenraad te beëindigen en dat derhalve de betreffende beslissing van het hoofd van de inrichting niet als onredelijk of
onbillijk kan worden aangemerkt. De beroepscommissie kan niet inhoudelijk treden in de beoordeling van de behandeling. De beroepscommissie zal het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep met betrekking tot het onder a., b. en d. vermelde beklag ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Met betrekking tot het onder c. vermelde beklag ontvangt zij klager alsnog in het beklag en verklaart. zij dit beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven