nummer: 07/1564/GA
betreft: [klager] datum: 27 november 2007
De beroepscommissie als bedoeld in art. 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 13 juni 2007 van de beklagcommissie bij de locatie Noord te Den Haag,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 15 oktober 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is gehoord klagers raadsman mr. M.G. Doornbos.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
De directeur van de locatie Noord heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
De beroepscommissie heeft op 25 oktober 2007 nadere inlichtingen bij het Delta Lab opgevraagd. Deze inlichtingen zijn op 6 november 2007 ontvangen en ter kennisneming naar klager, zijn raadsman en de directeur gestuurd.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
-het feit dat klager verslag is aangezegd in verband met een te laag kreatininegehalte na een urinecontrole;
-een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van vier dagen, vanwege een te laag kreatininegehalte na een urinecontrole, bevestigd door een herhalingsonderzoek.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager beklaagt zich over het feit dat hij te laat is opgeroepen voor de zitting van de beklagcommissie op 13 juni 2007, waardoor hij de zaak niet met zijn advocaat heeft kunnen bespreken en voorbereiden. Het is niet normaal dat klager in één week twee
keer een urinecontrole heeft gehad.
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De raadsman legt een verklaring over van een reumatoloog en een overzicht van het medicijngebruik van klager. De verklaring is van 2003. Hieruit blijkt dat klager de ziekte van Bechterew heeft en dat het raadzaam is om regelmatig op kreatinine te
controleren.
Klager is niet veroordeeld voor een drugsgerelateerd feit en hij is geen drugsgebruiker. In dit geval zijn ten onrechte de bijzondere omstandigheden die ten aanzien van klager van toepassing zijn niet onderzocht. Volgens de raadsman houdt het
kreatininegehalte verband met de ziekte en het daarvoor benodigde medicijngebruik. Opgeteld komt klager dagelijks op 15 pillen, die hij met water inneemt.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Het Delta Lab heeft desgevraagd aangegeven dat de vraag of het medicijngebruik van klager een verklaring kan geven voor het abnormaal lage kreatininegehalte bij de urinecontrole van 2 mei 2007 ontkennend moet worden beantwoord.
Gelet hierop en op hetgeen uit de stukken en ter zitting naar voren is gekomen is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. C. Kelk, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 27november 2007
secretaris voorzitter