Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2252/GB, 13 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:13-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/2252/GB

Betreft: [klager] datum: 13 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 augustus 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Breda afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 4 mei 2007 gedetineerd.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat hem een toezegging is gedaan voor een overplaatsing naar het h.v.b. Breda. Een medewerker van het bureau selectie- en detentiebegeleiding (b.s.d.) heeft hem gezegd dat hij op de wachtlijst stond voor een dergelijke
overplaatsing. Klager is daarom van mening dat hij recht heeft op een overplaatsing.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft in zijn overplaatsingsverzoek aangegeven dat het verzoek werd gedaan in verband met de (on)mogelijkheid van zijn bezoekers om hem in Tilburg te komen bezoeken. Blijkens het selectieadvies heeft klager inmiddels in Tilburg al (tenminste)
negen maal bezoek gehad van familie. Voor zover klager stelt dat hem een toezegging is gedaan over een plaatsing op de wachtlijst van het h.v.b. Breda, geldt dat klager mogelijk het advies van het Openbaar Ministerie, welk advies is opgevraagd in het
kader van klagers verzoek, als een dergelijke toezegging beschouwt. De selectiefunctionaris is niet gebonden aan een dergelijk advies.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De stelling van klager dat hem door een medewerker van het b.s.d. een toezegging zou zijn gedaan met betrekking tot een eventuele overplaatsing naar het h.v.b. Breda wordt, nu deze niet nader is onderbouwd, onvoldoende aannemelijk geacht. De op
de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hetgeen klager omtrent de bezoekmogelijkheden naar voren heeft gebracht kan niet leiden tot een ander oordeel.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 13 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven