nummer: 07/1997/GV
betreft: [klager] datum: 20 september 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Schuurman, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 23 juli 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klager strafonderbreking verleend voor een kortere duur dan waarom hij had verzocht, namelijk drie dagen in plaats van drie maanden.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil in elk geval twee weken strafonderbreking. Klager en zijn levenspartner hebben reeds de zorg over twee dochters van respectievelijk elf en twee jaar oud. Het derde kind zal begin september
geboren worden. Vorige zwangerschappen van klagers partner zijn zeer problematisch verlopen. Zij heeft reeds en miskraam gehad. De steun die klager zijn partner zal geven zal zowel van psychische als lichamelijke aard zijn. Gelet op eerdere ervaringen
ligt het niet in de lijn der verwachting dat de partner snel zal herstellen na de bevalling. Zijn partner aanvaardt moeilijk hulp van anderen. Klager heeft geen contact met zijn ouders en de ouders van zijn partner wonen niet in de buurt. Professionele
hulp is aan tijden gebonden. Buiten die tijden zal de jongste dochter zorg nodig hebben.
Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verblijft sinds 14 mei 2007 als zelfmelder in de beperkt beveiligde inrichting Bankenbosch. In deze inrichting geniet hij éénmaal per vier weken regimair weekendverlof. Klager verzoekt om strafonderbreking voor de maximale duur van drie maanden,
opdat hij zijn partner ruim voor en ruim na de bevalling bij kan staan. Zoals te doen gebruikelijk is klager drie dagen strafonderbreking verleend, teneinde bij de bevalling aanwezig te zijn en ook de aangifte te verzorgen. Daarbij is aangegeven dat
indien er complicaties optreden en klager hiervan een medische verklaring kan overleggen, hij kan verzoeken om een verlenging.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 10 maanden met aftrek, wegens ondermeer overtreding van de Opiumwet. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 2 november 2007.
Krachtens artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI (de Regeling), kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde
dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. In onder meer artikel 36 van de Regeling zijn deze bijzondere omstandigheden nader uitgewerkt. Zo kan strafonderbreking ingevolge dit artikel worden verleend voor het bijwonen van de
bevalling
van de levenspartner van de gedetineerde.
De verleende strafonderbreking van drie dagen teneinde bij de bevalling aanwezig te zijn acht de beroepscommissie niet onredelijk of onbillijk. Hierbij is mede in aanmerking genomen dat van overige dringende redenen niet is gebleken. Voorts wordt de
mogelijkheid van een verlenging, indien noodzakelijk opengehouden. Daarnaast kan klager zijn regimaire maandelijkse weekend verloven bij zijn partner verblijven. Het beroep zal mitsdien ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 november 2007
secretaris voorzitter