Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1644/TB, 16 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1644/TB

betreft: [klager] datum: 16 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 15 juni 2007 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 oktober 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.J. Koningsveld, en namens de Staatssecretaris [...], juridisch medewerkers, en [...],
behandelcoördinator longstay bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting (hierna: Pompestichting).

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft opnieuw beslist klager te plaatsen in een longstayvoorziening van de Pompestichting.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijke uitspraak van 22 februari 1989 ontslagen van alle rechtsvervolging en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klagers tbs is op 18 mei 1989 aangevangen.
Klager heeft sindsdien verbleven op verschillende afdelingen van de Pompekliniek. Deze inrichting heeft na een eerdere longstayplaatsing in 2003 en opheffing van de longstaystatus in 2004 klager op 31 oktober 2005 aangemeld voor plaatsing op een
longstayafdeling. Bij advies van 16 december 2005 van de Landelijke Adviescommissie Plaatsing (LAP) is aangegeven dat de behandelaar ten aanzien van klager in alle redelijkheid tot de longstayindicatie heeft kunnen komen.
Vervolgens heeft de Minister op 10 januari 2006 beslist om klager in een longstayvoorziening van de Pompestichting te plaatsen.
Bij uitspraak 06/275/TB van 30 mei 2006 heeft de beroepscommissie klagers beroep tegen de longstayplaatsing op materiële grond gegrond verklaard omdat de Minister na herhaald rappel niet binnen de gegeven uiterste termijn de gevraagde stukken heeft
toegezonden en hij de beroepscommissie niet in staat heeft gesteld het beroep naar behoren te beoordelen. De beslissing van 10 januari 2006 is door de beroepscommissie vernietigd en de Minister is opgedragen met inachtneming van haar uitspraak een
nieuwe plaatsingsbeslissing te nemen binnen een maand na ontvangst van de uitspraak.
Bij brief van 28 juni 2006 heeft de Pompestichting de longstaystatus van klager herbevestigd. Vervolgens heeft de Minister op 29 juni 2006 beslist klager in een longstayvoorziening van de Pompestichting te plaatsen.
Bij uitspraak 06/1671/TB van 15 mei 2007 heeft de beroepscommissie klagers beroep tegen de longstayplaatsing opnieuw op materiële grond gegrond verklaard en de beslissing van 28 juni 2006 vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen om binnen een maand
een nieuwe beslissing te nemen.
Bij beslissing van 15 juni 2007 heeft de Staatssecretaris opnieuw beslist om klager te plaatsen in een longstayvoorziening van de Pompestichting.
Klager verblijft sinds 22 februari 2006 in een longstayvoorziening van de Pompestichting.

3. De standpunten
Door en namens klager is aangevoerd dat klagers beroep gericht tegen de beslissing hem in een longstayvoorziening te plaatsen tot tweemaal toe gegrond is verklaard. Tot klagers teleurstelling levert dit echter niet op wat klager zou
willen:overplaatsing
naar een behandelafdeling van een andere tbs-inrichting. Klager en de Pompestichting zijn op elkaar uitgekeken. Er is sprake van gebrek aan vertrouwen en klager wil graag een kans op behandeling in een andere tbs-inrichting. Het is juist dat klager
altijd alles met bijstand van zijn advocaat wil doen. Anders kom je al gauw terecht in een welles-nietes-situatie.
Als klager verlof wordt verleend zal hij Refusal slikken. Hij neemt het nu niet in, omdat hij gewoon binnen zit. Het is jammer dat het misverstand tussen klager en de inrichting is ontstaan, anders zou klager nu weer transmuraal verlof zijn verleend.
In de brief van de behandelcoördinator van 8 juni 2007 worden argumenten aangevoerd, die vergeten zijn te vermelden bij eerdere longstayaanvragen. Kennelijk was het de bedoeling dat er overleg plaats zou vinden. Betreurd wordt dat dit niet heeft
plaatsgevonden. De raadsman zou daar zeker een rol in hebben willen vervullen. Klager heeft de inrichting uitgenodigd om met hem en zijn raadsman te spreken en kreeg nul op rekest.

[De behandelcoordinator] heeft ter zitting het volgende aangevoerd:
Het incident inzake de bij klager aangetroffen lege bierblikken, dat in 2005 heeft plaatsgevonden, vormde de aanleiding om serieus te kijken welke problemen aan het incident ten grondslag lagen en hoe een en ander controleerbaar kon worden gemaakt.
Klager is in september 2005 weer naar binnen geplaatst en zijn verlof is opgeschort. Er is geen melding gedaan bij de Minister, omdat gehoopt werd dat het verlof weer opgestart zou kunnen worden. Er kwam echter geen respons van klager. Er is tegen hem
gezegd dat dit een waarschuwing was en dat de problemen gezamenlijk met de advocaat besproken dienden te worden. Klager heeft hieraan geen gevolg gegeven. Na het binnenhalen van klager heeft hij een brief gekregen met de mededeling dat deze brief na
een
maand verstuurd zou worden om het transmurale verlof in te trekken. Klager is teruggeplaatst in de Pompekliniek en de longstaystatus is opnieuw aangevraagd.
Het incident met de bierblikken was de aanleiding maar de werkelijke reden om de brief na een maand te versturen, was dat klager aangaf dat hij het zeer moeilijk had. Hij gaf aan dat hij verpieterde op zijn kamer en dat hij de verkregen vrijheden niet
aankon. De terugval in drankgebruik bleek onbespreekbaar, daardoor kon het begeleidingsplan niet worden bijgesteld. Hij volhardde in zijn weigering tot samenwerken en gaf aan dat het maar met zijn advocaat geregeld moest worden.
Bij de eerste longstayaanvraag werd nog het criterium gehanteerd dat minimaal in twee klinieken een behandeling moest zijn geboden. Klager was echter al eerder psychiatrisch behandeld en geresocialiseerd bij De Gelderse Roos. Dit is meegewogen bij de
eerste longstayaanvraag.
Klager gedijt het beste onder permanent toezicht. Momenteel wordt er gezocht naar meer differentiaties binnen de longstay, naar zorg op maat. Deze plaatsen zijn nog niet gerealiseerd. Er vindt momenteel een conferentie plaats in de Pompekliniek om
differentiaties in de longstay uit te werken.

Namens de Staatssecretaris is door de juridisch medewerkers de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Nadat gelezen was in de uitspraak van de beroepscommissie van 15 mei 2007 dat er onduidelijkheid was over de bierblikken is vanuit de Pompestichting op 8 juni 2007 een reactie gevolgd op de uitspraak. In deze reactie is de reden voor de
longstayaanvraag
nader toegelicht. Als er alleen sprake zou zijn van het incident met de bierblikken dan was de onderhavige beslissing niet op deze wijze genomen. Er was veel meer aan de hand zoals door de heer Schutgens is geschetst. Klager verzette zich, had moeite
met vrijheden en met controle. Met name op grond van de nieuwe feiten als vermeld in de brief van 8 juni 2007 is een transmuraal traject voor klager niet langer zinvol geacht en een plaatsing op de longstay geïndiceerd. Klager is een state of the art
behandeling geboden.

4. De beoordeling
Bij de (over)plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de tbs-gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de tbs-gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Volgens het door de Minister gevolgde longstaybeleid komt een tbs-gestelde, met inachtneming van de voornoemde eisen van artikel 11, tweede lid, van de Bvt, in aanmerking voor plaatsing in een longstayvoorziening, indien het behandeltraject niet heeft
geresulteerd in een substantiële vermindering van het delictgevaar en de op verandering gerichte behandelingsprognose ongunstig is.

Bij uitspraak 06/1671/TB van 15 mei 2007 heeft de beroepscommissie klagers beroep tegen de beslissing om hem in een longstayvoorziening te plaatsen op materiële grond gegrond verklaard en de beslissing vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen om
binnen een maand een nieuwe beslissing te nemen.

Door de Pompestichting is in een schrijven van 8 juni 2007 gereageerd op de uitspraak van de beroepscommissie. In dit schrijven zijn ‘de werkelijke redenen’ voor stopzetting van klagers transmuraal verlof beschreven, zoals ter zitting nader is
toegelicht door de heer Schutgens.

De Staatssecretaris heeft bij beslissing van 15 juni 2007 opnieuw beslist om klager in een longstayvoorziening te plaatsen. De Staatssecretaris heeft daarbij overwogen dat gelet op de inhoud van het schrijven van de Pompestichting van 8 juni 2007 er
nieuwe informatie ter beschikking is gekomen, die een voortgezette plaatsing van klager in de longstayvoorziening van de Pompestichting rechtvaardigt.
De beroepscommissie is van oordeel dat de nadere toelichting van de Pompestichting van 8 juni 2007 met betrekking tot hetgeen in 2005 heeft plaatsgevonden geen nieuwe feiten inhoudt, die de bestreden beslissing kunnen dragen. Voorts zijn de in de brief
van 28 juni 2007 van de Pompestichting genoemde ‘werkelijke redenen’ voor handhaving van de longstay eveneens terug te voeren op het vermeende alcoholmisbruik van klager, waaromtrent volgens de beroepscommissie in haar uitspraak van 15 mei 2007
onvoldoende is vastgesteld.

In de Pro Justitia rapportage van 12 februari 2007 van de psycholoog [...] wordt gesteld dat niet uit te sluiten valt dat klager geleerd heeft van hetgeen is voorgevallen en dat een eventuele nieuwe poging tot begeleid wonen meer kans van slagen zal
hebben. Als een vertrouwensbreuk tussen klager en zijn behandelaar daaraan blijvend in de weg zou staan, wordt aanbevolen om klager vanuit een andere kliniek een resocialisatietraject naar begeleid wonen op te starten.
In de Pro Justitia rapportage van 13 februari 2007 van de zenuwarts [...] gaat deze deskundige uit van een situatie dat de LAP zich binnenkort zou buigen over klagers verzoek tot overplaatsing naar een andere inrichting voor een nieuwe behandelpoging.
Dit is echter niet geschied.

De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het bovenstaande, de beslissing van de Staatssecretaris op onvoldoende gronden rust. Zij zal derhalve opnieuw het beroep gegrond verklaren en de beslissing vernietigen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op materiële grond en vernietigt de bestreden beslissing.
De beroepscommissie hoeft geen beslissing over een tegemoetkoming te nemen, omdat daar al eerder over is beslist in de uitspraak 06/275/TB van 30 mei 2006.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven