Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1865/TB, 16 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1865/TB

betreft: [klager] datum: 16 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 13 juli 2007 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 oktober 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en namens de Staatssecretaris, [...] en [...]

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager te plaatsen in De Oostvaarderskliniek, locatie Amsterdam.

2. De feiten
Klager is op 6 maart 2003 veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden en tbs onder voorwaarden opgelegd. Op 5 oktober 2005 is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak klagers tbs onder voorwaarden omgezet in tbs met bevel tot
verpleging van overheidswege.
De Minister heeft klager aanvankelijk geselecteerd voor de tbs-kliniek De Kijvelanden te Poortugaal en vervolgens op 12 april 2006 beslist om klager te plaatsen in Hoeve Boschoord. Op 13 juli 2007 heeft de Staatssecretaris vervolgens beslist klager te
plaatsen in De Oostvaarderskliniek, locatie Amsterdam, waar klager op 16 juli 2007 is geplaatst.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn plaatsing in de Oostvaarderskliniek, locatie Amsterdam omdat de plaatsingsprocedure niet correct is verlopen. Hij is eerder driemaal geselecteerd voor een andere tbs-inrichting. Er is met hem gesold. Klager wil
erkenning dat hij niet correct behandeld is en het zo lang duurde voordat hij werd geplaatst. Nadat zijn advocaat een voorlopige voorziening had aangekondigd en gesommeerd had om hem vóór 1 augustus 2007 te plaatsen, is klager binnen een dag in De
Oostvaarderskliniek geplaatst. Er loopt momenteel nog een schadevergoedingsprocedure. In de onderhavige procedure verzoekt klager daarom niet om een tegemoetkoming of schadevergoeding. Hij begrijpt dat er wachtlijsten zijn, maar hij heeft te lang en
ten
onrechte in het huis van bewaring verbleven. Uit het psychologisch onderzoek van 2001 bleek dat klagers IQ lager was dan 80. In een gesprek met Hoeve Boschoord zei de gedragsdeskundige dat klager slimmer overkwam dan op papier en dat hij niet geschikt
was voor plaatsing in Hoeve Boschoord. Klager heeft alleen in 2001 vragenlijsten ingevuld en alleen toen is zijn IQ bepaald. Nadien zijn geen IQ-testen bij hem afgenomen. Er heeft geen overleg plaatsgevonden over de plaatsing van klager in De
Oostvaarderskliniek, locatie Amsterdam.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het beroepschrift vermeldt niet zo nauwkeurig mogelijk de redenen voor het beroep en voldoet niet aan artikel 69, vierde lid, Bvt juncto artikel 58, derde lid, Bvt, hetgeen tot niet-ontvankelijkheid dient te leiden. Subsidiair wordt aangevoerd dat
klager voorkeur heeft voor plaatsing in Veldzicht. Dit is begrijpelijk maar daaraan kan, gelet op het huidige capaciteitsprobleem, geen gehoor worden gegeven. De door klager aangevoerde argumenten geven geen aanleiding om af te wijken van de
gehanteerde
a-selecte plaatsingssystematiek. Klagers IQ is bepaald op hoger dan 80. Hij is niet zwakbegaafd. Dit is niet vastgesteld na testpsychologisch onderzoek, maar in het gesprek dat klager heeft gevoerd met de deskundige van Hoeve Boschoord. Er is terzake
geen rapport opgemaakt. De eerdere plaatsingsbeslissing voor De Kijvelanden bevindt zich niet in klagers dossier. Het is juist dat de uiteindelijke plaatsing van klager in een tbs-inrichting erg lang heeft geduurd, maar dit kan niet leiden tot een
plaatsing in Veldzicht. Er loopt nog een aparte schadevergoedingsprocedure. Het belang van een snelle plaatsing gaat volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie vóór regionale voorkeur. Uiteindelijk is klager, toen hij met voorrang geplaatst
moest worden, relatief snel geplaatst in De Oostvaarderskliniek. Verzocht wordt om het beroep ongegrond te verklaren.

4. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat het beroepschrift voldoende nauwkeurig de reden van het beroep vermeldt en voldoet aan de wettelijke eisen. Zij zal klager ontvangen in het beroep.

Klager is aanvankelijk geselecteerd voor plaatsing in De Kijvelanden. Vervolgens is klager geselecteerd voor Hoeve Boschoord omdat uit testpsychologisch onderzoek was gebleken dat zijn IQ lager dan 80 zou zijn. In een intakegesprek met een
gedragsdeskundige van Hoeve Boschoord heeft deze echter vastgesteld dat bij klager geen sprake is van zwakbegaafdheid en is klager vervolgens geselecteerd voor De Oostvaarderskliniek, locatie Amsterdam, waar hij op 16 juli 2007 is geplaatst.
In laatst genoemde plaatsingsbeslissing is ten onrechte vermeld dat uit testpsychologisch onderzoek naar is gekomen dat klagers IQ hoger is dan 80, nu een dergelijk onderzoek niet heeft plaatsgevonden en de conclusie met betrekking tot klagers IQ is
getrokken door de gedragsdeskundige van Hoeve Boschoord tijdens het intakegesprek. Vervolgens heeft het lange tijd geduurd voordat klager uiteindelijk werd geplaatst.
De beroepscommissie is van oordeel dat beschreven gang van zaken bepaald geen schoonheidsprijs verdient en dat aan de formele vereisten als vermeld in artikel 54, tweede lid, Bvt onvoldoende is voldaan.
Mitsdien is het beroep gegrond en dient de bestreden beslissing van de Staatssecretaris op formele grond te worden vernietigd. Nu klager expliciet heeft aangegeven dat hij in de onderhavige procedure geen tegemoetkoming of schadevergoeding vraagt, zal
de beroepscommissie aan klager geen tegemoetkoming toekennen.

Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in haar overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten vrouwen,
zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Staatssecretaris heeft de beslissing tot plaatsing van klager genomen met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie - waarbij van belang is dat klager de conclusie van de gedragsdeskundige van Hoeve Boschoord dat bij hem geen sprake is
van zwakbegaafdheid niet heeft betwist en de beroepscommissie deze conclusie ook aannemelijk acht - , de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan niet bestaan van een beheers/vluchtrisico, alsmede de bestaande wachtlijsten.
Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden plaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
De beroepscommissie is van oordeel dat met deze overweging kan worden volstaan, nu het beroep van klager in wezen is gericht tegen het ‘gesol’ met klager voorafgaande aan de onderhavige plaatsing en hij op dat punt in het gelijk wordt gesteld.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager te plaatsen in De Oostvaarderskliniek, locatie Amsterdam, inhoudelijk niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

Nu de bestreden beslissing op formele grond dient te worden vernietigd zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde in artikel 66, derde lid, onder b van de Bvt in verbinding met artikel 69, vijfde lid van de Bvt bepalen dat haar uitspraak
met betrekking tot de plaatsing van klager in de plaats treedt van de bestreden beslissing.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op formele grond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt dat haar uitspraak omtrent de plaatsing van klager in plaats treedt van die beslissing.
Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven