Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1717/GA, 16 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1717/GA

betreft: [klager] datum: 16 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.R. Jonk, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 28 juni 2007 van de beklagcommissie bij de locatie Ter Peel te Sevenum,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 november 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn klaagster, haar raadsman noch de directeur verschenen.
Klaagster en haar raadsman hebben voorafgaand aan de zitting schriftelijk medegedeeld niet te zullen verschijnen en verwezen naar de inhoud van het beroepschrift.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de beklagen en de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagen betreffen:
a. een tweetal beslissingen van de directeur d.d. 5 december 2006, inhoudende (respectievelijk) een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen wegens gevaar voor de veiligheid,
orde en rust in de inrichting, en de beslissing tot externe tenuitvoerlegging van die ordemaatregel in de landelijke afzonderingsafdeling (l.a.a.) Overmaze te Maastricht; en
b. een tweetal beslissingen van de directeur d.d. 18 en 20 december 2007, inhoudende de verlenging met veertien dagen van de geldigheidsduur van de hiervoor onder a genoemde ordemaatregel, respectievelijk het bevel tot externe
tenuitvoerlegging van die maatregel.

De beklagcommissie heeft de beklagen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klaagster en de directeur
Door en namens klaagster is in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt en voorts is verwezen naar de inhoud van het beroepschrift.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep schriftelijk nader toegelicht.

3. De beoordeling
Ten aanzien van beklag a:
De beklagcommissie heeft klaagster ontvankelijk geacht in dit onderdeel van het beklag. Klaagster heeft niet binnen zeven dagen na het bekend worden met de beslissing van de directeur beklag ingesteld. De beroepscommissie acht – anders dan de
beklagcommissie – die overschrijding van de wettelijk voorgeschreven termijn niet verschoonbaar. Nu de wet geen zelfstandige beklagtermijn kent voor de gemachtigde, moet worden uitgegaan van de beklagtermijn die geldt voor de gedetineerde. Gelet daarop
moet worden geoordeeld dat het beklag te laat is ingediend. De beslissing van de beklagcommissie kan daarom ten aanzien van dit beklag niet in stand blijven en klaagster dient alsnog niet-ontvankelijk te worden verklaard in dit beklag.

Ten aanzien van beklag b:
De eisen die gelden voor de beslissing tot het opleggen van een ordemaatregel en de externe tenuitvoerlegging daarvan gelden onverkort voor de beslissingen tot verlenging daarvan. Dat brengt met zich dat de directeur bij die nieuwe beslissing een
nieuwe
belangenafweging dient te maken omtrent de noodzaak van de voortduring van de ordemaatregel en de externe tenuitvoerlegging daarvan. Noch uit de beslissing strekkende tot verlenging van de duur van afzondering, noch uit de beslissing strekkende tot
verlenging van de externe tenuitvoerlegging daarvan, blijkt dat er sprake is van een zodanig nieuwe belangenafweging. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat deze beslissingen beide onvoldoende zijn gemotiveerd. Dat maakt dat de uitspraak van de
beklagcommissie ook ten aanzien van dit beklag niet in stand kan blijven en dat dit beklag alsnog gegrond moet worden verklaard.

Nu de gevolgen van de bestreden beslissingen niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden, komt aan klaagster een financiële tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de hoogte van die tegemoetkoming vaststellen op € 140,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Zij verklaart klaagster alsnog niet-ontvankelijk in beklag a. Het beroep ten aanzien van beklag b wordt gegrond verklaard en evenzo dit beklag.
Zij bepaalt dat aan klaagster een tegemoetkoming toekomt van € 140,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven