Nummer: 07/2076/GB
Betreft: [klager] datum: 6 november 2007
De beroepscommissie als bedoeld in art. 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.R. Menso, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 2 augustus 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klager is op 11 oktober 2007 door een lid van de Raad gehoord. Van dat horen is verslag opgemaakt dat ter kennisneming aan de selectiefunctionaris is gezonden. Klagers raadsman, mr. F.R. Menso, is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader
toe te lichten. Klagers raadsman heeft bij schrijven van 28 oktober 2007 van die gelegenheid gebruik gemaakt.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Ter Apel ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 15 december 2004 gedetineerd. Hij verbleef laatstelijk in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Amerswiel te Heerhugowaard. Op 21 juni 2007 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Ter Apel, waar een regime van algehele
gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft op 11 oktober 2007 tegenover het lid van de Raad verklaard als weergeven in het daarvan opgemaakte verslag. Een kopie van dat verslag is aan deze uitspraak gehecht en de
inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd en herhaald. De beroepscommissie merkt daarbij op dat de in dat verslag (in de eerste regel) vermelde datum van 21 september 2007 moet worden gelezen als 11 oktober 2007.
Klagers raadsman heeft nog het volgende – zakelijk weergegeven – naar voren gebracht. Klagers raadsman heeft klager wel eens op vrijdagen (telefonisch) benaderd. Op grond daarvan kon klager in de veronderstelling verkeren dat de raadsman ook op
vrijdagen werkte. Klager is van mening dat hij geplaatst dient te worden in het voor hem minst beperkende regime. De selectiefunctionaris verwijst naar in het selectieadvies vermelde gedragingen van klager. Klager is van mening dat dit thans niet meer
aan de orde is. Kern van hetgeen aan klager wordt verweten, blijven de keer op keer aangehaalde gebeurtenissen van 8 juni 2007. Klager is van mening dat hij niet (meer) in de gelegenheid wordt gesteld om detentiefasering te verdienen. Zulks geldt met
name nu de selectiefunctionaris kennelijk de uitspraak van de beroepscommissie op dit beroep wenst af te wachten en niet wil beslissen op een nieuw overplaatsingsverzoek. Klager heeft het gevoel dat hij hierdoor onevenredig zwaar wordt gesanctioneerd.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op grond van zijn functioneren in een gesloten inrichting geplaatst. Vanuit de TR is gedacht om middels gedragsinterventies veranderingen in zijn functioneren te kunnen bewerkstelligen. Onder andere is gedacht aan een behandeling van het
syndroom van Gilles de la Tourette, waaraan klager lijdt, om deze aandoening onder controle te krijgen. Deze therapie is stopgezet omdat de resultaten onvoldoende waren, zulks ondanks klagers inzet. Ook andere noodzakelijke veranderingen bleven
achterwege. Vrijheden, gekoppeld aan een z.b.b.i.-regime lijken klagers negatieve functioneren te versterken. Op 8 juni 2007 heeft klager incidenteel verlof verzocht teneinde zijn advocaat te kunnen bezoeken. Hij heeft toestemming gekregen om zijn
advocaat die dag tussen 10.00 uur en 12.00 uur te bezoeken. Omstreeks 12.00 uur belde klager de inrichting met de mededeling dat hij iets later zou terugkeren omdat het gesprek met de advocaat was uitgelopen. De inrichting heeft contact opgenomen met
het kantoor van klagers advocaat en kreeg de mededeling dat klagers advocaat op vrijdagen nooit werkte. Klager heeft het hem verleende verlof misbruikt en zich niet gehouden aan gemaakte afspraken. Hij was al eerder aangesproken op het feit dat hij
zich
diende te houden aan hetgeen op de verlofpas staat vermeld. Klager, die voor de zoveelste keer te laat terugkeerde van verlof, heeft zich daardoor andermaal niet gehouden aan afspraken. Eén en ander was reden om klager, overeenkomstig de adviezen, te
selecteren voor plaatsing in een normaal beveiligde inrichting.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Vastgesteld kan worden dat klager op 8 juni 2007 het hem verleende verlof heeft gebruikt voor een ander doel dan waarvoor dit verleend was. De beroepscommissie heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van hetgeen in het
selectieadvies staat vermeld. Met name weegt zwaar dat klager op 8 juni 2007 naar de inrichting heeft gebeld met de mededeling dat het gesprek met zijn raadsman langer had geduurd, terwijl hij toen in het geheel geen gesprek heeft gehad met die
raadsman. De beroepscommissie acht hetgeen klager daaromtrent naar voren heeft gebracht onvoldoende aannemelijk geworden. Ook de stelling van klager dat hij niet wist dat hij dat verlof enkel voor een bezoek aan zijn raadsman mocht gebruiken, wordt
onvoldoende aannemelijk geacht. Het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien, één en ander in combinatie met het gegeven dat het klager tijdens zijn verblijf in de z.b.b.i. kennelijk moeilijk viel om zich aan gemaakte afspraken te houden,
maakt dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk moet worden geacht.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 6 november 2007
secretaris voorzitter