Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2315/GB, 1 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:01-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/2315/GB

Betreft: [klager] datum: 1 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in art. 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Schuurman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 augustus 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 12 februari 2007 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie De Berg te Arnhem. Op 27 april 2007 is overgeplaatst naar het huis van bewaring/ISD Utrecht te Nieuwegein en op 10 september 2007 naar de gevangenis
Alphen aan den Rijn, met een regime van algehele gemeenschap.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat de selectiefunctionaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de door klager tegen de selectiebeslissing ingediende bezwaren. Daarnaast is hij van mening dat de directeur van het h.v.b. Utrecht te Nieuwegein hem heeft
voorgehouden dat met de oplegging van de disciplinaire straf voor het drugsgebruik c.q. de fraude bij de urinecontrole, de kous wat hem betreft af was.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is geselecteerd voor plaatsing in de gevangenis Alphen aan den Rijn. Die beslissing is gebaseerd op de gedragsrapportage vanuit Nieuwegein. Bij klager is op 24 mei 2007 een urinecontrole afgenomen. Daarbij heeft klager getracht te frauderen. De
uitslag van de urinecontrole bleek daarnaast ook nog positief te zijn. Omdat frauderen bij een urinecontrole gelijk wordt gesteld aan het gebruik van harddrugs, komt klager op basis van het geldende drugsontmoedigingsbeleid voor een periode van zes
maanden niet in aanmerking voor plaatsing in een inrichting met regimair verlof. Klager komt vanaf 24 november 2007 in principe weer in aanmerking voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting. Klager heeft aangegeven graag in de gevangenis in
Nieuwegein geplaatst te willen worden omdat zijn moeder problemen heeft met reizen. De selectiefunctionaris is van mening dat de reisafstand naar Alphen aan den Rijn niet onaanvaardbaar groot is.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Alphen aan den Rijn is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep gericht is op de plaats waar de detentie aan klager ten uitvoer wordt gelegd. Klager heeft aangegeven dat hij graag in Nieuwegein wenst te verblijven zodat het voor zijn bezoek, met name voor zijn
moeder, gemakkelijk is om hem daar te bezoeken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De
selectiefunctionaris heeft immers mede te zorgen voor een goede benutting van de beschikbare detentiecapaciteit. Nu de wachtlijst voor de gevangenis Utrecht te Nieuwegein ten tijde van het nemen van de selectiebeslissing veel langer was dan de
wachtlijst voor de gevangenis Alphen aan den Rijn en het onwenselijk wordt geacht dat in eerste aanleg veroordeelde gedetineerden langer dan strikt noodzakelijk verblijven in een huis van bewaring, heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid kunnen
beslissen klager in de gevangenis Alphen aan den Rijn te plaatsen. De afstand tussen Utrecht, waar klagers bezoek verblijft, en Alphen aan den Rijn wordt niet onoverkomelijk geacht. Hetgeen door en namens klager is aangevoerd over de
bezoekmogelijkheden
is daarom onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 1 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven