Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2020/GA, 19 oktober 2007, beroep
Uitspraakdatum:19-10-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2020/GA

betreft: [klager] datum: 19 oktober 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van de alleensprekende beklagrechter bij de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel, waarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de gevangenis De IJssel in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. A.C. Vingerling, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 7,50 toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de gegrondverklaring van een tweetal klaagschriften, gericht tegen:
a. een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, waarvan twee dagen voorwaardelijk; en
b. een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel:
één en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Klager heeft het beroep voorts schriftelijk als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat hem voor de gegrondverklaring van twee beklagen, die in het totaal zagen op zes
dagen opsluiting, slechts € 7,50 is toegekend. Eerder is hem voor een gegrond verklaard beklag, dat zag op twee dagen opsluiting, een tegemoetkoming van € 15,= toegekend alsmede een extra bezoek zonder toezicht. Klager heeft door de betreffende
disciplinaire straffen inkomsten gemist. Hij werkt in de inrichtingsbakkerij en heeft één hele week niet kunnen werken. Daardoor mist hij € 25,76 aan inkomsten. Daarnaast heeft hij een bezoek zonder toezicht moeten afzeggen. Klager is van mening dat
een
tegemoetkoming van € 45,= meer op zijn plaats is en dat hem daarnaast het gemiste arbeidsloon moet worden vergoed.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Klager verzoekt om een volledige schadevergoeding. Volgens de directeur is een tegemoetkoming niet bedoeld als schadevergoeding. Hij is daarom van mening dat het beroep ongegrond zou moeten worden
verklaard.

3. De beoordeling
Namens verzoeker is verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht en zal het beroep daarom schriftelijk afdoen.

De beklagcommissie heeft twee klachten van klager tegen disciplinaire straffen – van in het totaal zes dagen opsluiting in de eigen cel – gegrond verklaard. Tegen die uitspraken is geen beroep ingesteld, zodat die uitspraken onherroepelijk zijn. Gelet
daarop moet het ervoor worden gehouden dat klager ten onrechte zes dagen opgesloten is geweest in de eigen verblijfsruimte. In beginsel stelt de beroepscommissie in gevallen als het onderhavige als tegemoetkoming een bedrag vast van € 45,=. Daarvan
kan,
indien er sprake is van bijzondere omstandigheden, worden afgeweken. Dergelijke bijzondere omstandigheden zijn niet aannemelijk geworden.
Voor zover klager verzoekt om in het kader van de tegemoetkoming tevens het gederfde inkomen te vergoeden, geldt dat in de hoogte van dat hiervoor genoemde bedrag eventuele gederfde inkomsten uit arbeid reeds zijn meegewogen.

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, kan de beroepscommissie zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 45,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 45,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 oktober 2007

secretaris voorzitter

Naar boven