nummer: 07/1719/GM
betreft: [klager] datum: 3 oktober 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D. Osmic, advocaat te Maastricht, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan de locatie De Geerhorst te Sittard,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 2 juli 2007 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Justitie.
Ter zitting van de beroepscommissie van 6 augustus 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. D. Osmic gehoord.
De tandarts verbonden aan de locatie De Geerhorst heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur van 11 mei, betreft het bij de extractie van een verstandkies beschadigen van een naastgelegen kies, welke beschadiging niet naar genoegen hersteld is.
2. De standpunten van klager en de tandarts
Door en namens klager is de klacht als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
Klager heeft op de dag dat zijn verstandskies is getrokken, een verzoekbriefje ingediend voor een nieuwe afspraak bij de tandarts. De tandarts had bij het trekken van die kies immers een andere kies beschadigd en diende dat te herstellen. Voor zover
klager weet betrof de beschadiging van de kies het afbreken van een stuk kies en niet van een vulling daarvan. Klager bleef na de eerste behandeling pijnklachten houden. Ook voelde hij na het uitwerken van de verdoving een scherpe rand bij die kies en
brak er nadien nog een stukje af. Door de tandarts is bij het trekken van de verstandskies niet gezegd dat er een beschadiging aan de naastgelegen kies was ontstaan. Toen klager weer bij de tandarts kwam heeft deze de schade hersteld. Dat heeft hij
niet
goed gedaan. Toen gaf hij tegenover klager aan, dat hij bij de eerste behandeling niets kon doen aan de beschadiging. Klager is voordien éénmaal eerder bij de tandarts geweest. Toen is bij hem een scherp stukje van een kies weggeslepen en is er een
stukje vulling bijgeplaatst. Klager heeft momenteel nog steeds last van het slechte herstel door de tandarts. Hij heeft bij warmte en koude nog pijnklachten en het tandvlees bloedt nog steeds. De tandarts heeft nooit een noodvulling gemaakt. Indien
klager zich niet zelf zou hebben gemeld bij de tandarts, was er met de beschadiging niets gedaan. De vermelding op de tandartskaart is onjuist. Klager heeft zelf een nieuwe afspraak gemaakt.
De tandarts heeft zijn standpunt in beroep schriftelijk als volgt – zakelijk weergegeven – weergegeven.
Bij de verwijdering van een verstandskies is een eerder door de tandarts aangebrachte vulling afgebroken. Hierdoor kwamen bij klager (bij koude) pijnklachten aan die kies terug. Omdat er ter plekke sprake was van een heftige bloeding, is klager pas een
week later behandeld kunnen worden door herstel van de eerder gemaakte vulling.
3. De beoordeling
Als onweersproken is vast komen te staan dat bij klager, bij gelegenheid van de extractie van een verstandskies, een naastliggende kies dan wel vulling daarvan, is beschadigd. Een dergelijke beschadiging kan bij een extractie van een verstandskies
optreden en dat levert niet zonder meer een onzorgvuldig handelen van de tandarts op. De omstandigheid dat er voor de extractie geen röntgenfoto is gemaakt, daarvan is althans niet gebleken, is wel verwijtbaar en in strijd met de goed zorg die de
tandarts aan zijn handelen dient te verbinden.
De beroepscommissie acht daarnaast aannemelijk dat de tandarts, nadat de beschadiging is opgetreden, daarvan geen melding heeft gemaakt aan klager en ook niet dadelijk een noodvulling heeft geplaatst. Ook dat kan de tandarts verweten worden.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de tandarts, voor zover dit het niet tijdig melden van de beschadiging aan klagers kies en het niet door middel van een noodvulling
tijdelijk
herstellen van die beschadiging moet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve in zoverre gegrond worden verklaard.
Met betrekking tot het uiteindelijke herstel van de beschadiging geldt dat daarbij niet is gebleken van onzorgvuldig handelen door de tandarts. Dit onderdeel zal daarom ongegrond worden verklaard.
Nu de gevolgen van het hiervoor genoemde onzorgvuldig handelen van de tandarts niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden, komt aan klager een financiële tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de hoogte van die tegemoetkoming vaststellen op € 25,-.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond ten aanzien van het niet melden van de beschadiging van klagers kies en het bij die gelegenheid niet onmiddellijk plaatsen van een noodvulling. Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de locatie De Geerhorst toekomende tegemoetkoming op € 25,-.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, L.E.M. Kleipool en P. Hanedoes, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 3 oktober 2007
secretaris voorzitter