Nummer: 07/1724/GB
Betreft: [klager] datum: 2 oktober 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. van ‘t Land, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 29 juni 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de afwijzing van het verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 24 januari 2005 gedetineerd. Hij verblijft in het huis van
bewaring (h.v.b.) De Boschpoort te Breda. Klager heeft verzocht om deelname aan een p.p. Op 21 mei 2007 wijst de selectiefunctionaris het verzoek van klager af. Het hiertegen ingestelde bezwaarschrift wordt op 29 juni 2007 door de selectiefunctionaris
ongegrond verklaard.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris heeft klager ten onrechte geen termijn gegeven voor het indienen van de gronden van het bezwaar. Volgens een overzicht zou klager vanaf 14 april 2007 in aanmerking kunnen
komen voor een p.p. De inrichting heeft naar aanleiding van een door klager ingediend verzoek negatief geadviseerd, omdat zowel de Reclassering Nederland als ook het Penitentiair Coördinatie en Trainingscentrum (PCT) geen zinvolle dagbesteding kunnen
realiseren vanwege de gezondheidstoestand van klager. Klager meent dat dit advies onvolledig is en onzorgvuldig tot stand is gekomen. Het advies van de Reclassering Nederland is niet gedetailleerd en niet is gebleken op basis waarvan het PCT een
zelfstandige beoordeling heeft gemaakt. De selectiefunctionaris heeft een eigen en zelfstandige verantwoordelijkheid en kan zich niet verschuilen achter de verstrekte adviezen. De selectiefunctionaris dient te beoordelen of het advies deugdelijk tot
stand is gekomen en dient zo nodig te verzoeken om nader onderzoek. De selectiefunctionaris heeft het advies klakkeloos overgenomen. Klager wordt ten onrechte enkel vanwege zijn medische beperkingen achtergesteld en benadeeld ten opzichte van andere
gedetineerden.
Uit het advies kan redelijk eenvoudig worden vastgesteld dat niet of nauwelijks onderzoek is gedaan naar de mogelijkheden voor het bestaan van een daginvulling gelet op de beperkingen zoals klager die heeft. Er dient een individuele beoordeling te
worden gemaakt voor een op maat gemaakt programma. Klager meent dat er wel degelijk mogelijkheden zijn. Het p.p. omvat krachtens artikel 4 Pbw bepaalde activiteiten. Het betreft dus niet alleen werk. Het programma behelst het aanleren van bepaalde
sociale vaardigheden, het vergroten van de kans op arbeid, het bieden van onderwijs, bijzondere zorg of het geven van een andere invulling tegen de achtergrond van de uiteindelijke terugkeer in de samenleving. Gelet hierop kan niet zonder meer worden
gesteld dat geen dagbesteding voor klager te vinden zou zijn. Klager kan zittend werk doen met weinig (zware) lichamelijke activiteiten.Verder komt klager in aanmerking voor longrevalidatie. Deelname aan het p.p. zou het opstarten van longrevalidatie
mogelijk maken. Dit komt mede de gezondheidstoestand van klager ten goede. Deze dagbesteding geeft invulling aan het geven van bijzondere zorg. Klager kan voorts eventueel vrijwilligerswerk doen bij de stichting Humanitas. Ten slotte kan klager
mantelzorg voor zijn moeder, die oud en ziek is, verlenen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager wil in het kader van zijn detentiefasering in aanmerking komen voor een p.p. De Reclassering Nederland is verantwoordelijk voor de uitvoering en is
verzocht te onderzoeken of er een passend programma geboden kan worden. De Reclassering Nederland heeft schriftelijk bericht dat er voor klager geen mogelijkheden zijn. De directeur van de inrichting kon daarop niet anders dan de selectiefunctionaris
negatief adviseren omtrent het verzoek van klager. Klager meent dat er wel degelijk een daginvulling kan worden gevonden op grond waarvan hij kan deelnemen aan een p.p. Wat dat betreft heeft de selectiefunctionaris klager geadviseerd contact op te
nemen
met de Reclassering Nederland.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 7, derde lid onder f, van de Penitentiaire maatregel (Pm) betrekt de selectiefunctionaris bij zijn beslissing om een gedetineerde in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan een p.p., de geschikheid van de gedetineerde
voor een p.p. Blijkens de nota van toelichting bij dit artikel wordt hier onder meer mee bedoeld dat klager fysiek in staat moet zijn de activiteiten die worden gesteld te volbrengen (Stb 1998, 111, p. 29).
4.2. In het advies van 9 mei 2007 van de Reclassering Nederland staat dat vanwege lichamelijke klachten, namelijk longproblemen, er voor klager in het kader van een p.p. geen zinvolle dagbesteding valt te realiseren. Gelet hierop en de onder 3.2
genoemde gronden, kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De selectiefunctionaris heeft in navolging van de directeur van het h.v.b. De
Boschpoort, in dit geval kunnen afgaan op het duidelijke advies van Reclassering Nederland. Het beroep is derhalve ongegrond.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 2 oktober 2007
secretaris voorzitter