Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2333/GV, 24 september 2007, beroep
Uitspraakdatum:24-09-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2333/GV

betreft: [klager] datum: 24 september 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 augustus 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. H.J. Pellinkhof om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking c.q. incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Gesteld wordt dat klager zaken over zijn vrouw beweert, die bij het natrekken onbekend blijken te zijn.
Klagers vrouw is verkracht maar ze heeft alleen veel moeite om het verhaal over haar verkrachting te vertellen aan de politie. Omdat ze borderliner is heeft ze moeite om dingen te verwerken. Klagers vrouw is bij de afdeling zeden van de politie te
Emmen
geweest en heeft daar gesproken met [A]. en [B] Ook de wijkagent [C] is van de situatie op de hoogte. Dit is na te trekken bij de politie Emmen. Ook is klagers vrouw op 14 augustus 2007 bij haar huisarts [D] geweest en dezelfde dag naar het ziekenhuis.
Dit is na te trekken bij het Schepersziekenhuis te Emmen.
Klagers vrouw wil graag dat hij een paar uur bij haar is om haar te helpen. Tijdens het bezoek op 15 augustus 2007 heeft ze een aanval van hyperventilatie gehad. Personeel van de inrichting heeft haar teruggebracht. Op 1 november 2007 wordt klager in
vrijheid gesteld. Klager is bang dat hij, als hij in de tussentijd niet even bij haar kan zijn, haar zal verliezen en met haar zijn huis en zijn gezin.
Het openbaar ministerie heeft negatief geadviseerd in verband met twee ontvluchtingen. Er wordt voor wat betreft de eerste ontvluchting gesproken over twee brieven, waarin stond dat klager zich moest melden maar klager kent deze brieven niet en heeft
ze
nooit ondertekend. Voor wat betreft de tweede ontvluchting is klagers bezwaar verleden jaar gegrond verklaard en is hij naar Bankenbosch en later naar Fleddervoort overgeplaatst.
Op 11 augustus 2007, de nacht waarin zijn vrouw verkracht is en tevens haar verjaardag, heeft ze telefonisch te horen gekregen dat klager overleden zou zijn. Dit heeft zij ook geschreven aan de officier van justitie en de directeur. De directeur heeft
zelf naar zijn vrouw gebeld om te zeggen dat klager niet dood was.
Er is wel sprake van acute psychiatrische problematiek. De GGz heeft geen huisbezoek meer gedaan de laatste zes weken maar ze is bij de psychiater geweest en heeft twee soorten medicatie voorgeschreven gekregen. Ze vertrouwt niemand meer behalve
klager.
Ze wordt nog steeds gestalkt door haar verkrachter en leeft in angst. De politie kan haar niet 24 uur per dag beschermen. Ze vermagert sterk, sluit zichzelf op en gaat met niemand meer om.
Verleden week heeft klager contact gehad met de officier van justitie en die zei dat hetgeen is geschied in Overloon allang uit zijn dossier gehaald had moeten worden. Ook [E] heeft gezegd dat het al uit zijn dossier gehaald had moeten worden. Hij
heeft
een verzoek ingediend om klager te plaatsen in een b.b.i. met aansluitende dagdetentie voor de laatste weken. Klager en zijn vrouw zijn al jaren bezig met een bezoekregeling voor hun zoon. Op 11 september 2007 was de zitting, maar die is ingetrokken
omdat klager er niet op eigen gelegenheid naar toe kan en hij het zijn zoon niet wil aandoen om met een busje van DV&O en een broekstok te komen. Verzocht wordt om een positieve beslissing opdat klager naar huis kan om zijn gezin te helpen.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft zich tijdens zijn huidige detentie tweemaal onttrokken aan detentie. Zijn v.i.-datum is 1 november 2007. Uit de aangeleverde informatie blijkt dat klagers vrouw al sinds 1994 bekend is bij de GGz. Klager maakt zich zorgen om haar. De
gebeurtenissen, die hij vertelt in de inrichting, kunnen echter door de instanties buiten het gezin niet worden bevestigd. De directeur van de inrichting adviseert negatief omdat hij vindt dat het er op lijkt dat klager allerlei redenen aanvoert om
maar
naar buiten te kunnen. De medisch adviseur heeft negatief geadviseerd terzake van strafonderbreking. Zij is op basis van de stukken en na overleg met de huisarts tot de conclusie gekomen dat er geen sprake is van acute psychiatrische problematiek maar
dat het meer een sociaal probleem is. Er is op dit moment medisch gezien geen reden tot het verlenen van strafonderbreking. Het openbaar ministerie heeft negatief geadviseerd omdat klager zich tijdens de huidige detentie tot tweemaal toe heeft
onttrokken.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de p.i. Veenhuizen heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Assen heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen verlofverlening in verband met twee eerdere onttrekkingen aan verlof.
De medisch adviseur bij de afdeling gezondheidszorg van het Ministerie van Justitie heeft na bestudering van de aanvullende stukken, die niet van recente datum zijn, en na overleg met de huisarts geconcludeerd dat er momenteel geen acute psychiatrische
problematiek is. Er is sprake van een sociaal probleem. Er zijn geen medische redenen voor strafonderbreking.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek wegens valsheid in geschrift en oplichting en gevangenisstraffen van drie maanden en 104 dagen. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 1 november 2007. Aansluitend
dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 53 dagen en 6 dagen subsidiaire gevangenisstraf op grond van de Wet Terwee te ondergaan.

Uit artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna de Regeling) volgt dat strafonderbreking kan worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde dat niet kan worden volstaan
met een andere vorm van verlof. In onder meer artikel 36 juncto 23 van de Regeling zijn deze bijzondere omstandigheden nader uitgewerkt.
Uit artikel 21 van de Regeling volgt dat incidenteel verlof kan worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. In de artikelen 22 tot en met 31 van de
Regeling
zijn de meest gangbare gronden voor het verlenen van incidenteel verlof opgesomd.
De beroepscommissie is van oordeel dat uit het door klager aangevoerde geen noodzaak blijkt om hem op dit moment strafonderbreking c.q. incidenteel verlof te verlenen. Uit het advies van de medisch adviseur, die contact heeft opgenomen met de huisarts
van klagers vrouw, volgt dat er momenteel geen acute psychiatrische problematiek is maar dat er sprake is van een sociaal probleem. Er zijn geen medische redenen voor strafonderbreking. Aannemelijk moet worden geacht dat de problemen in klagers gezin
van dergelijke aard zijn dat daarvoor een structurele en wellicht professionele oplossing op langere termijn dient te worden gevonden. Naar het oordeel van de beroepscommissie is er geen aanleiding om aan klager strafonderbreking of incidenteel verlof
te verlenen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 24 september 2007.

secretaris voorzitter

Naar boven