Nummer 21/23886/SJA
Betreft [verzoeker]
Datum 28 oktober 2021
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker], geboren op […] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
De directeur van de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) De Hartelborgt te Spijkenisse (hierna: de directeur) heeft op 22 oktober 2021 beslist om verzoekers ouders tot en met 5 november 2021 te weigeren als bezoeker.
Verzoekers raadsvrouw, mr. T. Sandrk, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (Hb-2021-000269).
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen.
Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.
Op grond van artikel 43, derde lid, in samenhang met artikel 41, vierde lid onder a, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen kan de directeur de toelating tot de jeugdige van bepaalde personen weigeren, indien dit noodzakelijk is met het oog op de handhaving van de orde en de veiligheid in de inrichting. Een dergelijke weigering kan maximaal twaalf maanden duren.
Op 22 oktober 2021 heeft de directeur beslist tot weigering van het bezoek van verzoekers ouders voor de duur van twee weken, omdat zijn ouders hebben geprobeerd om spullen te laten invoeren waarin hasj zat verstopt. Deze beslissing is aan verzoeker medegedeeld, in de zin dat de beslissing op schrift is gesteld en aan hem is uitgereikt. Volgens verzoeker had de directeur, vanwege de ontkennende houding van hem en zijn moeder, nader onderzoek moeten doen en/of een belangenafweging moeten maken. Ook is volgens verzoeker niet gebleken dat kon worden volstaan met een minder ingrijpende maatregel, zoals bezoek onder toezicht.
De directeur heeft het bezoek van verzoekers ouders geweigerd, om te onderzoeken wat er precies is gebeurd, welke afspraken met zijn ouders kunnen worden gemaakt en op welke manier de orde en de veiligheid in de inrichting kunnen worden gegarandeerd als zij weer op bezoek komen. Gelet op deze omstandigheden kan de beslissing van de directeur naar het oordeel van de voorzitter niet op voorhand als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt, mede omdat de directeur wat betreft de duur van de bezoekweigering rekenschap heeft gegeven van het belang van verzoeker bij het onderhouden van contact met zijn ouders. De voorzitter wijst het verzoek daarom af.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is op 28 oktober 2021 gegeven door mr. M. Iedema, voorzitter, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.
secretaris voorzitter