Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1650/GA, 11 september 2007, beroep
Uitspraakdatum:11-09-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1650/GA

betreft: [klager] datum: 11 september 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Ooyerhoek te Doetinchem,

gericht tegen een uitspraak van 19 juni 2007 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 augustus 2007, gehouden in de locatie Zwolle, is gehoord [...], waarnemend unit-directeur van de locatie Ooyerhoek.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan, met bericht, geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de inbeslagname van een aantal spullen van klager in het kader van een straf- en beloningsplan.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van
€ 180 toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De inbeslagname van de spullen van klager was bedoeld als maatregel om ander gedrag bij hem te bewerkstelligen, zoals een normaal dag- en nachtritme. Dit ter voorkoming van incidenten en strafrapporten waar klager steeds tegenaan liep. Dat was ook de
reden dat hij op een extra zorg afdeling (EZA) is geplaatst. De spullen waren uitgekozen op het produceren van geluid gedurende de nacht (tv, radio). Bij goed gedrag van klager kon hij deze weer terugverdienen. Dit is met klager besproken, hetgeen
blijkt uit het verslag van de psycholoog van 1 juni 2007, uit de eerdere schriftelijke toelichting van de directeur op het beroep en uit een in TULP geregistreerde melding van een piw-er. Klager had toen zijn tv. teruggekregen en hem werd medegedeeld
dat als hij niet actiever zou worden, de tv. weer zou worden ingenomen. Klager heeft echter nooit zijn akkoord aan de maatregel gegeven. Op 1 juni 2007 is de maatregel beëindigd omdat het geen vruchten afwierp. Klager was continu ziek en bleef liever
op
bed liggen tv. kijken. Er is puur gekeken naar het veranderen van het gedrag van klager, niet naar de formele mogelijkheden van de wet.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat klager moeilijk te motiveren en te stimuleren was en regelmatig tegen rapporten aanliep. Om deze reden is hij op de EZA geplaatst. Om bij hem gedragsverandering te bewerkstelligen is een straf- en beloningsplan
bedacht
waarbij een aantal spullen van klager in beslag is genomen, die hij door goed gedrag kon terugverdienen.
Hoezeer ook de beroepscommissie begrip heeft voor het plan om het gedrag van klager te proberen positief te beïnvloeden, is met de inbeslagname van de spullen van klager voor een systematiek gekozen die zich niet verstaat met de wet. Het beroep zal dan
ook in zoverre ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal wat dit betreft worden bevestigd. De beroepscommissie is echter van oordeel dat de tegemoetkoming, gelet op de omstandigheden van het geval, te hoog is. Dit leidt tot
vernietiging van de uitspraak van de beklagcommissie voor wat de hoogte van de tegemoetkoming betreft en tot toekenning van na te noemen lagere tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep als vorenoverwogen ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie. Zij vernietigt de uitspraak voor wat betreft de hoogte van de tegemoetkoming en bepaalt de tegemoetkoming op
€ 50,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 11 september 2007

secretaris voorzitter

Naar boven