Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1467/TA, 10 september 2007, beroep
Uitspraakdatum:10-09-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1467/TA

betreft: [klager] datum: 10 september 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.J. Koningsveld, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 juni 2007 van de beklagcommissie bij tbs-kliniek De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 augustus 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.J. Koningsveld, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], hoofd
behandelrapportage.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het afdelingsarrest van 5 maart tot 13 maart 2007.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het feit dat klager met zijn mobiele telefoon opnames heeft gemaakt van interne en behandelinhoudelijke gesprekken, is geen gedrag dat
bestraft
moet worden. Klager heeft een duidelijke reden waarom hij deze opnames heeft gemaakt. Voor klager is het lastig om gedetailleerde gesprekken goed te onthouden, met name voor de financiën. Het is niet de bedoeling geweest om op enige manier het
vertrouwen in hem op het spel te zetten. Het betreft gesprekken met het multidisciplinaire team waaraan ongeveer 15 personen deelnemen. Klager heeft de mobiele telefoon midden op tafel gezet. Hij heeft inmiddels excuses gemaakt voor zijn handelwijze en
ontvangt nu een schriftelijk verslag van de gesprekken.
De VPRO-journalist, Joost Wilgenhof, is een goede vriend van klagers vader en is aanvankelijk met hem op bezoek bij klager geweest. Op dat moment was er nog geen sprake van het voornemen om een documentaire te maken over het tbs-systeem. Dat is
gaandeweg ontstaan. Het verwijt dat klager de journalist onder valse voorwendselen de inrichting zou hebben binnengesmokkeld, is dan ook niet terecht. Toen eenmaal het voornemen ontstond een programma te maken over de tbs heeft de raadsman klager
geadviseerd dit te melden bij de inrichting. De journalist is na het programma niet meer op bezoek gekomen omdat hij niet meer op bezoek mag komen. Klager betwist dat er sprake is geweest van een gebrek aan openheid. Het hoofd van de inrichting heeft
de
verklaring van klager niet willen afwachten en heeft ook niet de moeite genomen om klagers vader te horen. Het hoofd van de inrichting heeft voorbarig gehandeld door klager een sanctie op te leggen. De beslissing is derhalve op onzorgvuldige wijze tot
stand gekomen en ontbeert ook voldoende grondslag.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Van belang is de situatie op het moment dat de beslissing werd genomen. Gelet op het door klager getoonde gedrag en de
risicofactoren van klager ten aanzien van openheid en transparantie heeft de inrichting op dat moment besloten het gedrag van klager beter te monitoren. Na dit besluit op 5 maart 2007 heeft er op 12 maart 2007 een gesprek plaatsgevonden met klagers
vader, waarna de maatregel op 13 maart 2007 is opgeheven. Het hoofd van de inrichting meent dat de beslissing redelijk en billijk is. Er gold ten aanzien van de journalist geen bezoekverbod.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat
gelet op de aandacht in de media begin 2007 voor de tbs-maatregel in het algemeen en FPC De Kijvelanden in het bijzonder, het niet onbegrijpelijk is dat de inrichting destijds klager een maatregel heeft opgelegd teneinde (tijdelijk) meer zicht op hem
te
krijgen. Ook het feit dat klager zonder dit vooraf te melden, gesprekken met behandelaars heeft opgenomen, heeft het hoofd van de inrichting in redelijkheid ten grondslag kunnen leggen aan de maatregel van afdelingsarrest. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. J.R. van Veldhuizen en mr. Y.A.J.M. van Kuijck, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 10 september 2007

secretaris voorzitter

Naar boven