Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22159/GB, 6 september 2021, beroep
Uitspraakdatum:06-09-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          21/22159/GB

              

Betreft [Klager]

Datum 6 september 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 7 juni 2021 klager opgeroepen om zich op 7 juli 2021 te melden in de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad, voor het ondergaan van 368 dagen gevangenisstraf.

Klager heeft verzocht om uitstel van zijn melddatum. Verweerder heeft dat verzoek op 30 juni 2021 afgewezen. Daarnaast heeft klager bezwaar ingesteld tegen de plaatsing in de PI Lelystad. Verweerder heeft op 30 juni 2021 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klagers raadsman, mr. A.J.M. Bommer, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft bezwaar gemaakt tegen de plaatsing in de PI Lelystad, omdat zijn vriendin niet in staat is om hem daar te bezoeken. Klagers voorkeur gaat daarom uit naar een plaatsing in de PI Almelo, waar hij inmiddels is geplaatst. 

Klager heeft zijn verzoek om uitstel van de melddatum uitvoerig en gemotiveerd uiteengezet. Hij verzoekt om uitstel totdat in de strafzaak, die op 27 augustus 2021 behandeld zal worden door de rechtbank Almelo, tegen verdachten van doodslag op zijn (enige) broer uitspraak is gedaan. Klager heeft zich als benadeelde partij gesteld en hij wenst bij de zitting en bij de uitspraak aanwezig te zijn. De door verweerder gegeven reactie hierop is in de gegeven omstandigheden onjuist en onvoldoende. Klager verwijst hierbij naar een bijgevoegde e-mail van de slachtoffercoördinator. Zowel als benadeelde partij als voor de verwerking van het verlies van zijn broer is de aanwezigheid van klager op de zitting noodzakelijk. Die noodzakelijkheid betwisten is absurd en staat loodrecht op de wettelijke rechten van slachtoffers. De mogelijkheid dat de directeur van de PI een verzoek tot verlof kan honoreren, doet hieraan niet af. Overigens heeft de directeur op dit punt nog geen positieve beslissing voor klager genomen. De bestreden beslissing is derhalve onvoldoende gemotiveerd en onredelijk en onbillijk.

Klager verzoekt om een financiële tegemoetkoming voor het geval hij ten gevolge van de beslissing van verweerder niet in staat zal zijn bij de strafzaak en de uitspraak aanwezig te zijn.

Standpunt van verweerder

Klager heeft op 1 juli 2021 alsnog een positieve beslissing ontvangen om zich te melden in de PI Almelo. Klager heeft zich daar op 7 juli 2021 gemeld.

Verweerder verwijst naar de inhoud van de bestreden beslissing. Klagers aanwezigheid bij de zitting en de uitspraak is niet gelast en hiermee feitelijk niet noodzakelijk. Echter, de gehele situatie overziend, is klagers wens begrijpelijk. Inmiddels is voor klager kortdurend re-integratieverlof aangevraagd voor 27 augustus 2021 en 10 september 2021. Deze aanvraag zal donderdag 12 augustus 2021 in het multidisciplinair overleg van de PI Almelo worden besproken. Beide verzoeken zijn als re-integratiedoel opgenomen in klagers re-integratieplan. De directeur heeft positief geadviseerd. Vervolgens is door de selectiefunctionaris op 12 augustus 2021 positief beslist voor het toekennen van kortdurend re-integratieverlof op 27 augustus 2021. Het eerste verlofmoment zal aansluitend worden geëvalueerd en bij (geen) bijzonderheden kan het verzoek voor 10 september 2021 worden aan- of toegepast.

Er is geen aanleiding voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming.

 

3. De beoordeling

Plaatsing PI Lelystad

Klager is op 7 juli 2021 geplaatst in de PI Almelo, de PI van zijn voorkeur. Het verzoek om een tegemoetkoming is niet op dit onderdeel gericht. Gelet hierop heeft klager dan ook in zoverre geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De beroepscommissie zal klager daarom ten aanzien van dit onderdeel niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

Uitstel van melddatum

Het kortdurend re-integratieverlof van 27 augustus 2021 heeft reeds plaatsgevonden. Daardoor heeft klager in beginsel in zoverre eveneens geen belang meer bij het beroep en zou hij ook op dit onderdeel niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in zijn beroep. In beroep is echter verzocht om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, voor zover klager ten gevolge van de beslissing van verweerder niet in staat zal zijn bij de behandeling van de strafzaak en de uitspraak aanwezig te zijn. Daarom zal de beroepscommissie het beroep met betrekking tot het verzoek om uitstel van klagers melddatum tot oktober 2021 alsnog inhoudelijk beoordelen.

De procedure voor zelfmelders is geregeld in hoofdstuk 2 van de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en hoofdstuk 2 van de Beleidsregel tenuitvoerlegging strafrechtelijke en administratiefrechtelijke beslissingen.

Uit de inlichtingen van verweerder komt naar voren dat klager voor het eerst op 7 juni 2021 is opgeroepen om zich op 7 juli 2021 te melden in de PI Lelystad voor het ondergaan van 368 dagen gevangenisstraf.

De beroepscommissie overweegt als volgt. Klager heeft het recht aanwezig te zijn bij de zitting, aangezien hij zich als benadeelde partij heeft gesteld. Hij is procespartij en moet in de gelegenheid worden gesteld om zijn vordering toe te lichten en eventueel gebruik te maken van het spreekrecht. Bovendien betreft het in dit geval een zodanig ingrijpende gebeurtenis dat het begrijpelijk is dat klager hier als nabestaande bij aanwezig wil zijn.

Daarbij merkt de beroepscommissie op dat klager reeds op 28 april 2020 is veroordeeld tot de gevangenisstraf en hij als zelfmelder is opgeroepen zich te melden. Hoewel de noodzaak tot de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf voorop staat, was het verlenen van een dermate kort uitstel van twee tot drie maanden naar het oordeel van de beroepscommissie, en gelet op het voorgaande, niet onbegrijpelijk geweest en acht de beroepscommissie de bestreden beslissing in zoverre onredelijk en onbillijk. Alle feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, zal het beroep in zoverre gegrond worden verklaard. Nu de melddatum inmiddels is verstreken en klager zich ook daadwerkelijk op 7 juli 2021 heeft gemeld bij de PI Almelo, zal verweerder niet worden opgedragen alsnog een nieuwe beslissing te nemen op klagers verzoek om uitstel.

De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Hiertoe overweegt zij dat aan klager reeds kortdurend re-integratieverlof is verleend voor 27 augustus 2021 en dat het verloop van het verlof aansluitend zal worden geëvalueerd. Bij (geen) bijzonderheden kan het verzoek voor het kortdurend re-integratieverlof voor 10 september 2021 worden aan- of toegepast.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep voor zover dit zich richt tegen de ongegrondverklaring van klagers bezwaar inzake zijn plaatsing in de PI Lelystad.

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing voor zover dit zich richt tegen de afwijzing van klagers verzoek om uitstel van de melddatum. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

Deze uitspraak is op 6 september 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. M.F.A. van Pelt, leden, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven