Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8497/JA, 26 augustus 2021, beroep
Uitspraakdatum:26-08-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/8497/JA

    

           

Betreft [klager]

Datum 26 augustus 2021

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager], geboren op [geboortedatum] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

a.  een disciplinaire straf van uitsluiting van activiteiten, voor de duur van tien dagen, ingaande op 27 juli 2020 (Hb-2020-156);

b.  een disciplinaire straf van uitsluiting van activiteiten, voor de duur van tien dagen, ingaande op 10 augustus 2020 (Hb-2020-158).

De beklagcommissie bij de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) De Hartelborgt te Spijkenisse heeft op 4 november 2020 de klachten gegrond verklaard, maar daarbij aan klager geen tegemoetkoming toegekend. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft beroep ingesteld tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de RJJI De Hartelborgt (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling

Het beroep is slechts gericht tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming. De directeur heeft geen beroep ingesteld. Het oordeel van de beklagcommissie dat (tot tweemaal toe) slechts een disciplinaire straf van maximaal zeven dagen had mogen worden opgelegd, staat dus vast. De beklagcommissie heeft vervolgens echter niets over een tegemoetkoming overwogen. Gelet op artikel 73, zevende lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen begrijpt de beroepscommissie dat niet.

De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Uit de stukken blijkt immers niet dat de straffen niet volledig ten uitvoer zouden zijn gelegd. Daarmee is sprake van rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing die niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en aan klager alsnog een tegemoetkoming toekennen van (2 x 3 x €12,50 =) €75,-.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en kent aan klager een tegemoetkoming toe van €75,-.

 

 

Deze uitspraak is op 26 augustus 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. P. de Bruin, voorzitter, drs. H. Heddema en dr. T. Jambroes, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven