Nummer: 07/1624/GB
Betreft: [klager] datum: 24 augustus 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 14 juni 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing hem terug te plaatsen naar een gevangenis, ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 18 mei 2005 gedetineerd. Hij verbleef sinds 6 december 2006 in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Het Keern te Hoorn. Op 30 mei 2007 is hij overgeplaatst naar de gevangenis locatie Westlinge te Heerhugowaard, waar
een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Het beroep is door en namens klager als volgt toegelicht.
Klager is ontslagen door zijn werkgever omdat hij niet gemotiveerd zou zijn, maar is echter vooraf nooit gewaarschuwd over zijn gebrek aan motivatie. Hij heeft wel degelijk zijn best gedaan en goed werk afgeleverd en begrijpt dan ook helemaal niet
waarom hij is ontslagen. Ook bij vorige werkgevers waar klager voor langere tijd heeft gewerkt, heeft hij nooit klachten gekregen. Voordat hij bij zijn laatste werkgever aan de slag ging, was hij maanden aan het werk bij een andere werkgever. Het werk
aldaar kreeg geen vervolg vanwege asbest in de panden waar zij werkzaam waren. Na zijn overplaatsing was klager vijf dagen aan het werk bij de nieuwe werkgever toen deze hem en een andere gedetineerde ontsloeg. Tegen deze andere gedetineerde zou de
werkgever nog wel hebben gezegd dat het hem speet, maar dat hij onvoldoende werk had om zijn eigen mensen bezig te houden. Klager is niet aangesproken op een negatieve werkhouding en evenmin op zijn werkplek bezocht door zijn mentor.
Met de terugplaatsing op grond van artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting is klager niet alleen teruggeplaatst naar een minder open regime, maar zijn hem ook nog eens zijn weekendverloven afgenomen. Dit kan niet,
te
meer daar klager in het verleden altijd netjes terug is gekomen van verlof. In totaal is klager 25 keer met verlof geweest, waarbij hij alle keren keurig op tijd terug is gekomen. Klager is dus twee regimes terug geplaatst, en dat terwijl zijn deelname
aan het programma Terugdringen Recidive (TR) voorspoedig verliep en hij per
4 juni 2007 aan een penitentiair programma (p.p.) zou beginnen als voorbereiding op zijn vrijlating op 5 september 2007. Hij verliest dan ook door deze terugplaatsing de vrijheden van een open inrichting, de regimaire verloven én deelname aan het p.p..
Het was echter ook mogelijk geweest hem terug te plaatsen naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.), dan had klager tenminste nog zijn regimaire verloven kunnen behouden. Nergens wordt onderbouwd door de selectiefunctionaris waarom klager ineens
niet meer geschikt zou zijn voor verlof terwijl hij al tientallen keren heeft bewezen daar wél geschikt voor te zijn. De terugplaatsing is derhalve disproportioneel en bovendien onvoldoende gemotiveerd.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klagers verblijf in Het Keern is niet vlekkeloos verlopen. Hij moest tijdens zijn verblijf aldaar regelmatig worden aangesproken. Daarnaast heeft de mentor regelmatig correctiegesprekken met hem gehad over zijn fysieke inzet en motivatie. Voortdurend
zocht klager naar uitvluchten om het zichzelf zo gemakkelijk mogelijk te maken. Duidelijk was dat klager meer sturing nodig had. Uiteindelijk is hij geplaatst bij een externe werkgever waar hij door gebrek aan motivatie en inzet werd ontslagen. Zelfs
zijn mentor heeft hem nog op de werkplek bezocht en daar een correctiegesprek met hem gehouden en gewaarschuwd dat een ontslag tot gevolg zou hebben dat een langer verblijf in Het Keern niet meer mogelijk zou zijn. Op 29 mei 2007 heeft de werkgever
klager ontslagen. Op grond van het ontslag en de vele correctiegesprekken werd een regime met vrijheden niet langer aan de orde geacht en is klager geplaatst in de (gesloten) gevangenis locatie Westlinge.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis locatie Westlinge te Heerhugowaard is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap.
4.2. Het beroep is, blijkens de daarvoor gegeven onderbouwing, gericht tegen de gronden voor de wegplaatsing uit de z.b.b.i.. Voldoende aannemelijk is geworden dat klager onvoldoende werkprestaties heeft geleverd en dat de werkgever hem daarom heeft
kunnen ontslaan. De daarop gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
4.3. De selectiebeslissing vermeldt dat klager wordt geselecteerd voor “P.I. Noord Holland-Noord, locatie PI Westlinge BBI, gevangenis mannen algehele gemeenschap te Heerhugowaard”. Gelet op de nadere toelichting bij deze beslissing heeft de
selectiefunctionaris bedoeld klager te selecteren voor paviljoen A van de locatie Westlinge.
4.4. Voor zover in beroep wordt geklaagd over de plaatsing in paviljoen A van de locatie Westlinge geldt het volgende. Dit is een inrichting met een normaal beveiligingsniveau. Klager komt door plaatsing aldaar anders dan in de andere paviljoens van
de locatie niet in aanmerking voor weekendverlof. Plaatsing in de z.b.b.i. kan slechts plaatsvinden vanuit een b.b.i. indien de weekendverloven aldaar goed verlopen. In geval van terugplaatsing naar een b.b.i. behoeft een beslissing om daar geen
weekendverlof toe te passen in het bijzonder motivering. Hetgeen in dezen aan de beslissing van de selectiefunctionaris ten grondslag is gelegd is onvoldoende om aan te nemen dat klager zich na terugplaatsing niet zal houden aan de afspraken die worden
gemaakt in verband met het verlenen van weekendverlof.
De beslissing van de selectiefunctionaris moet daarom worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De
beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. A.G. Bosch, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 24 augustus 2007
secretaris voorzitter