Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22741/SGA, 17 augustus 2021, schorsing
Uitspraakdatum:17-08-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/22741/SGA

    

           

Betreft verzoeker

Datum 17 augustus 2021

 

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van verzoeker (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein (hierna: de directeur) heeft op 12 augustus 2021 aan verzoeker een disciplinaire straf opgelegd van tien dagen opsluiting in een strafcel, vanwege het niet opvolgen van aanwijzingen van het personeel en vanwege fysieke agressie jegens personeel, ingaande op 12 augustus 2021 om 10.35 uur en eindigend op 22 augustus 2021 om 10.35 uur. De straf wordt ten uitvoer gelegd in het Detentiecentrum Zeist.

Verzoekers raadsman, mr. M.D.A. Stam, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (NM2021-893).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Namens verzoeker is aangevoerd dat de opgelegde disciplinaire straf te zwaar is.

Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur, waaronder een schriftelijk verslag van 12 augustus 2021 en een overzicht van dagrapportages van de arbeid, komt naar voren dat verzoeker herhaaldelijk door een personeelslid is gewaarschuwd dat hij tijdens de arbeid niet bij het raam en de deur mocht staan kletsen. Toen het personeelslid opnieuw zag dat verzoeker bij het raam stond te kletsen en hem daarop aansprak, reageerde verzoeker verbaal en fysiek agressief, aldus de directeur. Hierbij gaf verzoeker het personeelslid een duw, schopte hij de deur tegen het personeelslid aan en stond hij neus-aan-neus met het personeelslid. De directeur voert aan dat dit gedrag niet verenigbaar is met de orde, rust en veiligheid in de PI en verwijst voor de opgelegde disciplinaire straf naar de Sanctiekaart 2019. 

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, en gelet op het voorgaande, heeft de directeur de opgelegde disciplinaire straf voldoende gemotiveerd en kan deze beslissing niet op voorhand als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De voorzitter zal het verzoek afwijzen.

De voorzitter merkt daarbij ten overvloede op dat de Sanctiekaart 2019 met de inwerkingtreding van de Wet straffen en beschermen per 1 juli 2021 is afgeschaft. De directeur kan een gedetineerde een disciplinaire straf opleggen, op grond van de kaders van de Penitentiaire beginselenwet.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

 

Deze uitspraak is op 17 augustus 2021 gegeven door mr. C.N. Dijkstra, voorzitter, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven