Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22650/SGA, 11 augustus 2021, schorsing
Uitspraakdatum:11-08-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/22650/SGA

              

Betreft [Verzoeker]

Datum 11 augustus 2021

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [Verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van de omstandigheid dat de directeur van de locatie Esserheem te Veenhuizen (hierna: de directeur) heeft beslist dat verzoeker niet meer wordt vrijgesteld van de arbeid om te studeren.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van verzoekers raadsvrouw, mr. T.E. Korff, de reactie en de nadere reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk nog onbekend).

 

2. De ontvankelijkheid

In artikel 66 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) is bepaald dat de voorzitter, hangende de uitspraak van de beklagcommissie op een klaagschrift, op verzoek van de klager de tenuitvoerlegging van de beslissing waarop het klaagschrift betrekking heeft geheel of gedeeltelijk kan schorsen.

Uit het klaagschrift komt naar voren dat verzoeker bemiddeling (zoals bedoeld in artikel 59a van de Pbw) van zijn klacht (de voorzitter begrijpt: grief, tevens klacht) wenst. Op grond van artikel 59a van de Pbw streeft de commissie van toezicht ernaar binnen vier weken een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te bereiken. Zij kan de bemiddeling geheel of ten dele aan de maandcommissaris of een ander uit haar midden aangewezen lid opdragen. Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur volgt dat de bemiddeling nog niet heeft plaatsgevonden. De voorzitter gaat er, gelet op deze inlichtingen, vanuit dat bemiddeling al wel in gang is gezet.

Nu de bemiddelingsprocedure naar zijn aard voorafgaat aan een eventuele beklagprocedure bij de beklagcommissie uit de commissie van toezicht en de bemiddelingsprocedure nog niet is afgerond, kan verzoeker (nog) niet worden ontvangen in zijn verzoek.

 

3. De uitspraak

De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

 

 

Deze uitspraak is op 11 augustus 2021 gegeven door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven