Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/21015/GM, 2 augustus 2021, beroep
Uitspraakdatum:02-08-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          21/21015/GM

    

Betreft [klager]

Datum 2 augustus 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Leeuwarden (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat het te lang heeft geduurd alvorens klager aan zijn vinger is geopereerd.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager via een videoverbinding gehoord op de zitting van 21 juli 2021 op het secretariaat van de RSJ. De inrichtingsarts heeft zonder bericht van verhindering niet deelgenomen aan de videozitting.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft lang moeten wachten op een operatie in het ziekenhuis aan zijn vinger. Hij vraagt zich af waarom de medische dienst de afspraak in november 2020 heeft geannuleerd. Klager is hiervan niet op de hoogte gesteld. Als dat wel was gedaan, had klager uitleg kunnen geven over het belang van de afspraak. De vervolgafspraken zijn hierdoor verder vertraagd. Klager is het niet eens met de conclusie dat het ziekenhuis de grootste fout heeft gemaakt door de afspraak naar klagers huisadres te sturen en geen contact met de inrichting op te nemen. Bij binnenkomst heeft klager de medische dienst op de hoogte gebracht van de afspraak en klagers broer heeft de benodigde documenten opgestuurd naar de medische dienst. De medische dienst had contact met het ziekenhuis kunnen opnemen.

Klagers wijsvinger van zijn rechterhand is 1,5 cm korter, hij kan de vinger wel buigen maar het bovenste vingerkootje niet. Klager is rechtshandig. Als klager eerder was geholpen met een ontstekingsremmer of een kleine operatie, dan had dit voorkomen kunnen worden. Het ziekenhuis heeft op 7 december 2020 de informatie naar het huisadres van klager gestuurd, klagers broer heeft de documenten ingescand en naar de medische dienst gezonden. De problemen aan klagers vinger zijn twee jaar geleden onstaan doordat klager een staalsplinter in zijn vinger kreeg. Hij is toen geopereerd door een plastisch chirurg.

Standpunt van de inrichtingsarts

De inrichtingsarts heeft gereageerd door toezending van het medisch dossier.

 

3. De beoordeling

Uit de stukken, waaronder het medisch dossier van klager blijkt het volgende. Klager heeft enkele jaren geleden een staalsplinter in zijn rechterwijsvinger gekregen en ondervond daarvan nog steeds klachten. Klager had een afspraak staan voor 26 november 2020 bij de afdeling chirurgie van de polikliniek van het ziekenhuis. Na aanvang van klagers detentie is deze afspraak geannuleerd en verschoven naar 7 december 2020. Klager zou in januari 2021 geopereerd worden, maar het ziekenhuis heeft de documenten verstuurd naar klagers huisadres. Op 2 maart 2021 worden door de medische dienst de documenten opgevraagd bij het ziekenhuis. Op 3 maart 2021 heeft klager een afspraak in het ziekenhuis. Op 1 april 2021 is klager geopereerd.

De beroepscommissie is bekend met de praktijk om afspraken in het ziekenhuis die al voor aanvang van de detentie zijn gemaakt om veiligheidsredenen te annuleren en een nieuwe afspraak te maken. Klagers aanvankelijke afspraak van 26 november 2020 is verschoven naar 7 december 2020. De beroepscommissie acht deze termijn niet onredelijk lang. Echter, klager heeft onweersproken gesteld dat de documenten die het ziekenhuis naar klagers huisadres heeft verzonden door zijn broer zijn ingescand en verzonden naar de medische dienst. Pas op 2 maart 2021, de beroepscommissie merkt op dat is na indiening van de klacht op 24 februari 2021, zijn de documenten (opnieuw) opgevraagd en is een nieuwe afspraak gemaakt in het ziekenhuis. De beroepscommissie is van oordeel dat de medische dienst dichter op de casus van klager had moeten zitten, door na de afspraak van klager op 7 december 2020 sneller navraag te doen bij het ziekenhuis over de geplande operatie.

Gelet op het voorgaande moet het handelen van de inrichtingsarts worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel (oud). De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal deze vaststellen op

€50,-.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €50,-.

 

Deze uitspraak is op 2 augustus 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. M.P. Frankenhuis en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. R. Kokee, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven