nummer: 07/1228/GA
betreft: [klager] datum: 14 augustus 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen de uitspraak van 7 mei 2007 de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht, waarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 10,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het door toedoen van de inrichting niet kunnen doen invoeren van bepaalde goederen, op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering. Het is al de tweede keer dat invoer van goederen door toedoen van de inrichting is mislukt. Klagers vriendin heeft tot twee keer toe kosten gemaakt om zijn invoer naar de
inrichting te brengen. Zo heeft zij steeds een halve dag vrij moeten nemen en heeft zij reiskosten moeten maken. In totaal gaat het om € 200,=, welk bedrag klager aan zijn vriendin heeft vergoed. Klager is van oordeel dat, naast deze € 200,=, een
bedrag van € 50,= als tegemoetkoming op zijn plaats is. Klager vraagt in totaal derhalve om een tegemoetkoming van € 250,= en daarnaast twee keer een extra invoermogelijkheid.
De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Klager kan niet klagen over schade die zijn vriendin heeft geleden. Wat het mislopen van de invoer betreft heeft het personeel excuses gemaakt richting klager, heeft de beklagcommissie het beklag gegrond
verklaard en is een tegemoetkoming toegekend.
3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Hoewel een tegemoetkoming geen vorm van schadevergoeding is, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan – een daartoe strekkend verzoek kan aan de directeur worden
gericht of klager kan zich wenden tot de civiele rechter – , en indirecte gevolgen, zoals de door klagers vriendin gemaakte reiskosten, niet in de vaststelling van de hoogte van een tegemoetkoming plegen te worden betrokken, acht zij in dit geval een
hogere tegemoetkoming geboden. Zij neemt hierbij in het bijzonder in aanmerking dat, naar onweersproken is komen vast te staan, het reeds de tweede keer is geweest dat de invoer van goederen door een communicatiefout binnen de inrichting is mislukt.
Het
beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een tegemoetkoming vaststellen van € 25,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 14 augustus 2007
secretaris voorzitter