Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22446/SGA, 28 juli 2021, schorsing
Uitspraakdatum:28-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/22446/SGA

    

           

Betreft [Verzoeker]

Datum 28 juli 2021

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [Verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein (hierna: de directeur) heeft op 16 juli 2021 aangekondigd verzoeker in quarantaine te plaatsen na deelname aan bezoek zonder toezicht (BZT), voor de duur van vijf dagen, ingaande op 28 juli 2021.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie en de nadere toelichting van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift (beklagkenmerk Nm-2021-812).

 

2. De beoordeling

Verzoeker heeft op 23 juli 2021 verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van de vanaf 28 juli 2021 opgelegde quarantaine na deelname aan BZT (de voorzitter begrijpt: plaatsing in afzondering en uitsluiting van deelname aan activiteiten). Uit de inlichtingen van de directeur blijkt dat (inmiddels) sprake is van tenuitvoerlegging van die quarantaine. Verzoeker kan daarom ingevolge artikel 66 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) worden ontvangen in zijn verzoek.

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

De voorzitter stelt vast dat verzoeker door de opgelegde quarantaine feitelijk wordt uitgesloten van deelname aan activiteiten en wordt afgezonderd in de eigen cel. De directeur heeft verzoeker op voorhand schriftelijk per brief van 16 juli 2021 geïnformeerd over de quarantaineperiode na zijn BZT. De voorzitter overweegt dat in de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) bevoegdheden worden toegekend aan de directeur die hem in staat stellen de bewegingsvrijheid van een gedetineerde in te perken. Dergelijke beslissingen dienen aan bepaalde formele vereisten te voldoen. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter had de directeur in dit geval bijvoorbeeld een ordemaatregel kunnen opleggen.

Voorts overweegt de voorzitter dat de Pbw dwingend voorschrijft dat de directeur de gedetineerde in de gelegenheid stelt te worden gehoord, alvorens hij beslist omtrent de plaatsing in afzondering, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Pbw. Het horen kan achterwege blijven indien de vereiste spoed zich daartegen verzet dan wel de gemoedstoestand van de gedetineerde daaraan in de weg staat. De directeur heeft niet gesteld dat sprake is van een dergelijke situatie en naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is uit de stukken ook niet gebleken van deze uitzonderingen. Aangezien verzoeker thans is afgezonderd en uitgesloten van deelname aan activiteiten zonder dat is voldaan aan de formele vereisten die de Pbw stelt, is de bestreden beslissing naar het voorlopig oordeel van de voorzitter in strijd met de wet genomen. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

De voorzitter merkt nog op dat de directeur de bevoegdheid heeft om – met in achtneming van alle geldende vormvereisten – een nieuwe beslissing te nemen ten aanzien van verzoeker.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

 

Deze uitspraak is op 28 juli 2021 gegeven door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven