Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7346/TA, 27 juli 2021, beroep
Uitspraakdatum:27-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7346/TA

               

Betreft [klager]

Datum 27 juli 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen een op 4 maart 2020 opgelegde afzonderingsmaatregel, die op 5 maart 2020 is opgeheven.

 

De beklagrechter bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal (hierna: de instelling) heeft op 18 juni 2020 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (K-2020-76). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

 

Klagers raadsman, mr. D.W.H.M. Wolters, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

 

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en het hoofd van de instelling in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager dient wel in zijn beklag te worden ontvangen. Artikel 57, derde lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) geeft geen limitatieve opsomming van beslissingen waartegen beklag kan worden ingediend. De beroepscommissie heeft eerder geoordeeld dat een klacht tegen afzondering en separatie, die beide een kortere duur hadden dan de in artikel 57, derde lid, Bvt genoemde duur, ontvankelijk was omdat een andere beslissing in strijd met de geest van de wet zou zijn.

Bovendien is sprake geweest van de uitzonderlijke situatie dat twee patiënten een medewerker van de instelling hebben gegijzeld en zijn ontsnapt. Als gevolg daarvan zijn allerlei maatregelen getroffen waaronder het sluiten van alle afdelingen om de instelling te doorzoeken (afdelingsarrest). Daarnaast is klager ten onrechte afgezonderd en heeft de afzondering te lang geduurd omdat het boortje al in de ochtend van 5 maart 2020 was gevonden in een meterkast buiten klagers kamer. In het licht van deze omstandigheden is de niet-ontvankelijkverklaring van klager door de beklagrechter in strijd met de geest van de wet.

 

Standpunt van het hoofd van de instelling

Klager is terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. De afzondering heeft niet langer dan twee dagen geduurd en is om die reden niet vatbaar voor beklag. Dit is in meerdere uitspraken ook zo door de beroepscommissie beslist.

 

3. De beoordeling

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Hierbij is in aanmerking genomen dat de wetgever bewust een beperkt beklagrecht in de wet heeft opgenomen. In de Memorie van Toelichting op artikel 57 (volgens de toenmalige telling artikel 56) Bvt staat: “Beklag is pas toegelaten, ingeval de beperking van de bewegingsvrijheid enige tijd heeft geduurd. (…) Een te sterke juridisering van het vrijhedenbeleid binnen de inrichting kan schadelijk zijn voor het verplegingsproces”.

Voor zover bedoeld is namens klager aan te voeren dat de duur van de afzondering en het tevens opgelegde afdelingsarrest bij elkaar opgeteld dienen te worden, kan klager daarin niet worden gevolgd nu geen sprake is van eenzelfde grondslag voor deze maatregelen. Op 4 maart 2020 is aan alle patiënten van klagers afdeling afdelingsarrest opgelegd waarbij de bewegingsvrijheid van allen, dus ook klager, is beperkt in verband met het incident van 1 maart 2020 en het waarborgen van de veiligheid van patiënten en medewerkers. Klager is op 4 maart 2020 een afzonderingsmaatregel opgelegd in verband met onderzoek vanwege een volgens de Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid op die dag in klagers kamer gevonden boortje. Deze maatregel is de volgende dag opgeheven waarna hem weer afdelingsarrest is opgelegd in verband met de situatie in de instelling vanwege het incident op 1 maart 2020.

Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van gronden.

 

Deze uitspraak is op 27 juli 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. T.B. Trotman, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven