Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1472/GB, 21 augustus 2007, beroep
Uitspraakdatum:21-08-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/1472/GB

Betreft: [klager] datum: 21 augustus 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 mei 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 2 september 2005 gedetineerd. Hij verblijft sinds 18 december 2006 in de gevangenis Lelystad.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De bezoekers van klager komen uit de omgeving van Heerhugowaard. Hij had de gevangenis Zuyderbos dan ook als eerste keus opgegeven. Volgens de BSD in De Schie was het echter gemakkelijker om eerst naar de gevangenis Lelystad te gaan en daar om
overplaatsing te vragen. Verder wil klager sowieso niet meer in Lelystad verblijven omdat hij een tijdje geleden zomaar een maatregel kreeg opgelegd. Het personeel heeft ook het één en ander uit klagers dossier laten uitlekken naar andere
gedetineerden.
Hierdoor wordt hem het leven binnen de inrichting erg moeilijk gemaakt. Zo is de Turkse gemeenschap te weten gekomen dat klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van een belangrijke Amsterdams-Turkse coffeeshophouder. Voor deze nalatigheid is
klager door de beklagcommissie in het gelijk gesteld. Verder hebben uitlatingen van het personeel, onder meer over het toekennen van extra bezoek en het feit dat hij in de inrichting bezocht is door de politie, ervoor gezorgd dat medegedetineerden de
conclusie hebben getrokken dat klager een informant van de politie is.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen omdat pas twaalf maanden na plaatsing in een gevangenis een verzoek tot overplaatsing kan worden gedaan, terwijl klager op 18 december 2006 in de gevangenis Lelystad is geplaatst. Ook blijkt uit de bezoekerslijst dat klager
regelmatig bezoek krijgt. Van enige bedreiging door medegedetineerden wordt door de inrichting niets vermeld.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 18, eerste lid aanhef en onder a, van de Pbw is bepaald dat de betrokkene het recht heeft bij de selectiefunctionaris een met redenen omkleed verzoekschrift in te dienen strekkende tot plaatsing in dan wel overplaatsing naar een
bepaalde inrichting of afdeling. Het vierde lid van dit artikel bepaalt, dat indien het verzoekschrift is afgewezen, er zes maanden na deze afwijzing opnieuw een verzoekschrift kan worden ingediend.

4.2. De bestreden beslissing kent als motivering voor de gegeven afwijzing van het verzoek dat klager pas twaalf maanden na plaatsing een verzoek tot overplaatsing kan indienen en dat tevens is gebleken dat hij elke week bezoek krijgt. Daarnaast
zijn
er geen signalen ontvangen binnen de inrichting dat klager zou worden bedreigd door medegedetineerden.
Het huidige plaatingsbeleid houdt in dat gedetineerden pas na een verblijf van achttien maanden in aanmerking komen voor overplaatsing naar een andere inrichting met hetzelfde regime. Kennelijk heeft de selectiefunctionaris met deze motivering tot
uitdrukking willen brengen dat, gelet op dit beleid, het op deze termijn indienen van een verzoek tot overplaatsing, behoudens bijzondere omstandigheden, zou moeten leiden tot afwijzing. Nu van bijzondere omstandigheden als hier bedoeld niet is
gebleken, is de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 21 augustus 2007

secretaris voorzitter

Naar boven