Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8558/GM, 8 juli 2021, beroep
Uitspraakdatum:08-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/8558/GM

    

           

Betreft [klager]

Datum 8 juli 2021

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van […] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij na het afbouwen van methadon niet structureel diazepam kreeg.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager wil zijn oude medicatie terug, oxazepam en diazepam. Hij wordt gek in deze gevangenis.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

Het voorschrijven van diazepam (benzodiazepines) is niet gewenst en maakt de kans op medicatie-afhankelijkheid groot. Op klagers nadrukkelijke wens heeft de arts toch ingestemd met klagers wens om diazepam voor de nacht te blijven gebruiken. De arts begrijpt dan ook niet waarom klager nog steeds ontevreden is.

 

3. De beoordeling

Uit de medische informatie blijkt dat bij klager op zijn verzoek stapsgewijs het gebruik van methadon is afgebouwd. Daarnaast is, ook op zijn verzoek, een korte periode slaapmedicatie (seroquel) gegeven in verband met slaapproblemen. Op 6 oktober 2020 klaagt klager dat afspraken niet worden nagekomen omdat hem diazepam is toegezegd na het stoppen met methadon.

Daargelaten de vraag of klager diazepam is toegezegd na de afbouw van methadon, geldt dat benzodiazepines (waaronder diazepam) alleen kortdurend worden voorgeschreven vanwege het ontstaan van gewenning.

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel (oud).

 

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 8 juli 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M.J.Stolwerk, voorzitter, drs. M.P. Frankenhuis en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, bijgestaan door mr. S. Jousma, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven