Nummer: 07/700/JB
Betreft: [klager] datum: 19 juli 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1989], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 5 maart 2007 van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 24 mei 2007, gehouden in locatie Den Dolder, zijn klager en de selectiefunctionarissen, [...] en [...], gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek te mogen deelnemen aan een scholings- en trainingsprogramma (s.t.p.) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 1 november 2005 gedetineerd. Bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak d.d. 23 februari 2006 is aan klager de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (p.i.j.-maatregel) opgelegd met een duur van twee jaar. De
tenuitvoerlegging van de p.i.j.-maatregel is begonnen op 15 maart 2006 en zal eindigen op 10 maart 2008.
Klager verblijft in de behandelinrichting Den Engh. Klager is op 12 september 2006 opgenomen in een Transport en Logistieke groep van Den Engh.
3. De standpunten
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Klager wil s.t.p. omdat hij verder wil met zijn behandeling
De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van het verzoek als volgt toegelicht.
Uit het advies van de directeur komt naar voren, dat klager nog veel behoefte aan structuur heeft en dat zijn frustratietolerantie nog niet toereikend is en hij zijn energie en vaardigheden steekt in negatieve beïnvloeding van groepsgenoten.
Ter zitting is daar nog aan toegevoegd dat klager thans nog niet voor deelname aan s.t.p. in aanmerking komt, omdat dat pas mogelijk is zes maanden voor einde van de opgelegde p.i.j.-maatregel.
4. De beoordeling
In hoofdstuk 2 van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen (Rjj, voor het onderhavige geval in het bijzonder in artikel 5) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het s.t.p. en de jeugdige moeten voldoen.
Een tot de p.i.j.-maatregel veroordeelde jeugdige kan, onverminderd de artikelen 8 en 9, drie maanden voor het beoogde einde van de maatregel die maximaal twee jaar duurt of zes maanden voor het beoogde einde van de maatregel die meer dan twee jaar en
maximaal vier jaar duurt, in aanmerking komen voor deelname aan een s.t.p. In bijzondere gevallen kan voor een langere duur worden deelgenomen aan een s.t.p..
Gelet op deze bepaling kan klager, nu bijzondere omstandigheden zijn gesteld, noch gebleken, niet eerder dan september 2007 in aanmerking komen voor deelname aan s.t.p.
De beslissing van de selectiefunctionaris is derhalve niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, ook niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.
Het beroep zal mitsdien ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.A. Flinterman, voorzitter, dr. M. Smit en mr. F.G.A. ten Siethoff, leden, bijgestaan door mr. I. Lispet, secretaris, op 19 juli 2007
secretaris voorzitter