Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/19861/TA, 5 juli 2021, beroep
Uitspraakdatum:05-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          21/19861/TA

    

           

Betreft [klager]

Datum 5 juli 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van […] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de beperking/weigering van bezoek, alsmede het onder toezicht laten plaatsvinden van bezoek.

De beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray (hierna: de instelling) heeft op  4 februari 2021 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (RV2020-000287). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en […], jurist bij de instelling, gehoord op de digitale zitting van 7 mei 2021.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager dient zowel in zijn klacht die op 28 juli 2020 is ingediend over het beperken van de duur van zijn bezoek tot één uur en het onder toezicht laten plaatsvinden van het bezoek, als in zijn klacht over de weigering van het bezoek op 31 juli 2020, te worden ontvangen. In eerste instantie is beslist het bezoek onder toezicht te laten plaatsvinden. Daarmee gaat de duur van bezoek automatisch van vier uur naar één uur. Vervolgens heeft de instelling afdelingsbreed besloten het bezoek in het weekend te weigeren. Bij de beklagcommissie is verzocht klager ontvankelijk te achten en het beklag breder op te vatten en het ook op te vatten als gericht tegen de weigering van bezoek op 30 juli 2020. Klager is niet bekend met het beklagrecht. Dit was één van de eerste klachten die hij heeft doorgezet. Hij wist niet dat hij opnieuw beklag moest instellen, terwijl er al een beklagprocedure over het bezoek liep. Hij ziet de tweede beslissing (weigering) als een uitbreiding van de eerste beslissing (toezicht). De beklagcommissie had een uitspraak moeten doen over het uitoefenen van toezicht en het weigeren van bezoek.

Klager heeft gesproken over zijn eigen aandeel en – tegen zijn principes in en met gevaar voor eigen zijn veiligheid – met naam en toenaam verteld wie er verantwoordelijk zijn voor de invoer en verkoop van cocaïne binnen de instelling. Tegen klager was gezegd dat hij zijn bezoek kon behouden, indien hij openheid van zaken zou geven. Dat was vlak voor de afschaling van de coronamaatregelen, waardoor ook weer bezoek op de kamer zou kunnen plaatsvinden. Bij klager zijn alleen twee USB-sticks aangetroffen. Klager ondervindt nog steeds de gevolgen van hoe er destijds met hem is omgegaan. Een aantal patiënten is ervan op de hoogte geraakt dat hij een verklaring heeft afgelegd.

 

Standpunt van het hoofd van de instelling

Er heeft helemaal geen toezicht plaatsgevonden, omdat het bezoek uiteindelijk geheel is geweigerd. Die weigering is gedaan door middel van een schriftelijke mededeling. Op die mededeling staat dat daartegen beklag kan worden ingesteld. Klager had dan ook kunnen weten dat hij hiertegen afzonderlijk in beklag had moeten gaan. Het zijn twee aparte beslissingen. Het laten plaatsvinden van het bezoek onder toezicht is een andere beslissing dan het weigeren van bezoek. De instelling wist op dat moment overigens nog niet dat klager al beklag had ingesteld tegen de beslissing om het bezoek onder toezicht te laten plaatsvinden. Deze beslissing is niet op schrift gesteld.

 

3. De beoordeling

Weigering bezoek

Op 31 juli 2020 is aan klager de maatregel weigering van het bezoek uitgereikt ingaande op 31 juli 2020 om 14.30 uur. Hierin staat vermeld dat indien klager het niet eens is met de beslissing hij hiertegen binnen zeven dagen in beklag kan gaan. De beroepscommissie is met de beklagcommissie van oordeel dat de op 28 juli 2020 ingediende klacht niet op de latere beslissing betrekking kan hebben, nu dit een uitbreiding van het beklag betreft die betrekking heeft op een andere, later genomen beslissing van het hoofd van de instelling. De beklagcommissie heeft klager in zoverre dan ook terecht niet in zijn beklag ontvangen.

Beperking duur bezoek, alsmede het onder toezicht laten plaatsvinden

Nu door de latere beslissing van 31 juli 2020 besloten is om het gehele bezoek te weigeren en daardoor het geplande bezoek onder toezicht voor de duur van één uur geen doorgang heeft gehad, heeft klager geen belang bij een inhoudelijke beoordeling van het beklag. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie dan ook bevestigen met aanvulling van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

 

Deze uitspraak is op 5 juli 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, mr. A.M.G. Smit en drs. J.E. Wouda, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven