Nummer 21/21910/SGA
Betreft verzoeker
Datum 28 juni 2021
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van verzoeker (hierna: verzoeker)
1. De procedure
Verzoekers raadsman, mr. J.J. Veldheer, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur tot (langdurige) insluiting van verzoeker.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur van de locatie De Schie te Rotterdam (hierna: de directeur) op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (S 2021-373).
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
De voorzitter overweegt dat namens verzoeker is aangevoerd dat hij regelmatig en langdurig wordt ingesloten in zijn cel. De directeur heeft in reactie op het schorsingsverzoek laten weten dat verzoeker, in verband met getroffen coronamaatregelen en het feit dat hij niet aan de arbeid deelneemt, wordt ingesloten in zijn cel. Op het verzoek van de voorzitter aan de directeur om een nadere toelichting te verstrekken over de (langdurige) insluiting van verzoeker in zijn cel en de eventuele getroffen coronamaatregelen, is geen reactie ontvangen van de directeur. Nu, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur onvoldoende duidelijk is geworden waarom en op welke juridische grondslag verzoeker (langdurig) wordt ingesloten in zijn cel, en de directeur niet gereageerd heeft op het verzoek om een nadere toelichting te verstrekken, moet de beslissing van de directeur zodanig onredelijk en onbillijk worden geacht, dat er een spoedeisend belang is om het verzoek toe te wijzen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
Deze uitspraak is op 28 juni 2021 gegeven door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.
secretaris voorzitter
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 14-09-2021 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Uitspraakdatum: 28-06-2021