Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0580/GM, 10 juli 2007, beroep
Uitspraakdatum:10-07-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/580/GM

betreft: [klager] datum: 10 juli 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 22 februari 2007 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 juni 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn klager noch de inrichtingsarts verschenen.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. De inrichtingsarts heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 14 februari 2007, betreft het niet voorschrijven van een diabetesdieet en extra fruit.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet toegelicht. Dat standpunt tegenover de medisch adviseur hield – zakelijk weergegeven – in:
Klager is bekend als diabetespatiënt. Om die reden dient hij regelmatig en gezond te eten en zijn medicatie in te nemen. Klager heeft zich inmiddels al zeventien jaar lang aan zijn diabetesdieet, waarbij onder meer fruittussendoortjes horen, gehouden.
In de vorige inrichting waar hij verbleef, kreeg klager alle medewerking. Na zijn overplaatsing naar de gevangenis Zuyderbos werd hem door de inrichtingsarts één en ander onthouden. Volgens de arts zou klager, als hij behoefte heeft aan extra fruit en
dergelijke, dit zelf in de inrichtingswinkel kunnen aanschaffen. Deze voedingsmiddelen zouden aan niemand in de inrichting verstrekt worden. Klager kan zich daar niet mee verenigen.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.
Klager, die inderdaad diabeet is, behoeft gezonde voeding maar dat is geen reden voor de verstrekking van extra fruit of andere extra voedingsmiddelen. Aan klager is na binnenkomst in de inrichting geadviseerd het gebruikelijke bloedonderzoek te laten
uitvoeren. Zulks mede omdat klagers insulinegebruik niet helder was. Toen dit met klager werd besproken, gaf hij aan het daar niet mee eens te zijn. Vervolgens is klager weggelopen met de mededeling dat hij verder onderzoek weigerde.

3. De beoordeling
Uit hetgeen door klager en de arts tegenover de medisch adviseur naar voren is gebracht en uit hetgeen kan blijken uit klagers medisch dossier komt naar voren dat de inrichtingsarts voornemens was om een diabetescontrole uit te (laten) voeren bij
klager, alvorens – voor zover noodzakelijk – voedings- en medicatieadviezen te geven. Een dergelijke controle is de voor de hand liggende handelwijze bij een diabetespatiënt. Klager heeft zijn medewerking aan die controle evenwel geweigerd. In een
dergelijk geval moet het niet onzorgvuldig worden geacht dat de arts klager enkel heeft gewezen op het belang van een gezond voedingspatroon. De verstrekking van extra fruit is niet noodzakelijk in het kader van een behandeling als de onderhavige.

De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, drs. M.F. van Brederode - Zwart en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 10 juli 2007

secretaris voorzitter

Naar boven