Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1197/GB, 10 juli 2007, beroep
Uitspraakdatum:10-07-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/1197/GB

Betreft: [klager] datum: 10 juli 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 april 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing hem weg te plaatsen uit de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge, niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 15 januari 2007 gedetineerd. Hij verbleef in de b.b.i. Maashegge te Overloon. Op 14 februari 2007 is hij ter herselectie in het huis van bewaring (h.v.b.) Maashegge geplaatst. Vervolgens is hij op 28 maart 2007 geselecteerd
voor
de gevangenis/ISD Nieuw-Vosseveld te Vught, waar hij thans verblijft.

3. De standpunten
3.1. Het beroep is door klager als volgt toegelicht.
Klager is rollatorgebonden omdat hij twee hernia-operaties heeft gehad en slikt veel medicijnen tegen de pijn. Op die bewuste dag zat zijn rug erg vast en hij kon zich nauwelijks meer bewegen. Hij zou ‘s middags ook nog bij de dokter langsgaan, maar de
wachtkamer zat te vol en klager kwam gebroken thuis. Hij heeft veel mensen proberen te bellen en ging pas de volgende dag terug naar Maashegge, één dag te laat. Het drong allemaal pas later tot hem door want dit is klagers eerste straf en hij is niet
goed op de hoogte van zijn rechten. Al met al vindt klager dat hij op onhumane wijze is behandeld. Klager had de selectiefunctionaris dan ook alleen een brief geschreven om er zeker van te zijn dat dat zij ook de reden wist waarom hij te laat was
teruggekomen in de inrichting.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiebeslissing tot plaatsing in het h.v.b. is op 14 februari 2007 aan klager uitgereikt. Op 24 april 2007 is de brief van klager ontvangen, gedateerd 22 april 2007. Deze brief is opgevat en behandeld als een bezwaar tegen de beslissing van
14 februari 2007. Rekening houdend met de wettelijke termijnen die hiervoor zijn vastgesteld, is klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar.

Uit het beroepschrift blijkt nu, dat klager met zijn brief van 22 april 2007 alleen de bedoeling had om uit te leggen waarom hij te laat terug was in de inrichting na zijn regimaire verlof.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 17, tweede lid, van de Pbw wordt het bezwaarschrift ingediend uiterlijk op de zevende dag na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij bezwaar indient. Een na afloop van deze termijn
ingediend bezwaarschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.

4.2. Gelet op het vorenstaande is onvoldoende aannemelijk geworden dat klager tijdig bezwaar heeft ingediend. Klager heeft zijn verzuim toegelicht met de verklaring dat het allemaal pas later tot hem was doorgedrongen en dat hij niet goed op de
hoogte was van zijn rechten. De beroepscommissie is van oordeel dat klagers toelichting op dit verzuim niet kan leiden tot een ander oordeel. De beslissing van de selectiefunctionaris is derhalve juist.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 10 juli 2007

secretaris voorzitter

Naar boven