Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/20365/TA, 22 juni 2021, beroep
Uitspraakdatum:22-06-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/20365/TA

               

Betreft [klager]

Datum 22 juni 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het opleggen van separatie met cameratoezicht vanwege zijn gedrag, ingaande op 31 oktober 2020 omstreeks 16.20 uur, en het voortduren daarvan, alsmede het onthouden van een tweede luchtmoment op 31 oktober 2020 en 1 november 2020.

 

De beklagcommissie bij het Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht te Balkbrug heeft op 11 februari 2021 het beklag ongegrond verklaard (VE-2020-101). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

Klagers raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

 

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en […], directiesecretaris bij de instelling, gehoord op de digitale zitting van 4 juni 2021.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Daar het tijdstip van uitreiking niet in de schriftelijke mededeling van de beslissing staat vermeld is niet vast te stellen of de separatiemaatregel tijdig, binnen 24 uur, is uitgereikt.

De klacht ziet verder op het ten onrechte opleggen van de separatiemaatregel en het voortduren daarvan tot 3 november 2020. Klager heeft in de ochtend van 31 oktober 2020 gelucht, maar niet in de middag. Tien minuten voordat hij zou gaan luchten, kreeg hij een discussie met een medepatiënt die niets te maken had met een telefoongesprek met zijn moeder die ochtend. Klager wordt vaker door een medepatiënt uitgescholden, zo ook op 31 oktober 2020. Klager heeft zich op die dag beklaagd bij de staf dat hij door de medepatiënt werd uitgescholden voor mongool. De medepatiënt is door de staf op zijn gedrag aangesproken, maar werd boos omdat klager naar de staf was gegaan. Daarop is een discussie ontstaan en kreeg alleen klager een kamerverwijzing. Klager heeft geageerd omdat hij dat oneerlijk vond. Hij was rustig geworden op zijn kamer, maar kreeg toch te horen dat hij geen tweede luchtmoment kreeg, waardoor het uit de hand is gelopen en hij op de separatiekamer is geplaatst.

De volgende dag werd klager tijdens het luchten op de patio onheus bejegend door de staf. Hij werd teruggebracht naar de separatiekamer en kreeg geen tweede luchtmoment ondanks dat hij die dag rustig genoeg was om een tweede luchtmoment te krijgen. Klager mocht op 3 november 2020 naar zijn eigen kamer, waar hij een brandje heeft gesticht omdat hij ondanks herhaald verzoek via de intercom geen brillendoekje kreeg. Vervolgens is klager teruggeplaatst in de separeerkamer.

 

Klager wordt vaker door medepatiënten uitgescholden, waarop de staf niet adequaat ingrijpt. Klager vindt het onredelijk dat hij dan maatregelen krijgt opgelegd. De instelling weet dat klager niet tegen opsluiting kan omdat hij daardoor juist ontregeld raakt. Dat geldt nog meer als hem luchtmomenten worden ontnomen. Sinds zijn plaatsing op de afdeling ICU-B gaat het beter met hem. Het personeel daar is vriendelijker en soepeler dan op de afdeling Zuid 1.

Inmiddels is klager aangemeld voor overplaatsing naar een andere tbs-instelling.

 

Klager verzoekt zijn klachten gegrond te verklaren en een tegemoetkoming vast te stellen voor het vormverzuim en voor elke dag van ten onrechte verblijf op maatregel en de weigering van een tweede luchtmoment. 

 

Standpunt van het hoofd van de instelling

Kennisgevingen van maatregelen worden op dezelfde dag uitgereikt. Het exacte tijdstip van uitreiken staat niet vermeld op de schriftelijke mededeling van de aan klager opgelegde separatiemaatregel.

Klager is op 31 oktober 2020 op kamer geplaatst en gesepareerd vanwege een optelsom van opgelopen spanningen. Op de afdeling werd geconstateerd dat klager gespannen was tijdens het luchten. Er vond een hoogoplopende discussie plaats tussen klager en een medepatiënt, waarbij klager aangaf dat de sociotherapie de medepatiënt moest zeggen dat hij klager niet voor mongool mag uitmaken. Klager was zeer boos en heeft gedreigd toen de sociotherapie hem vroeg naar zijn kamer te gaan. Hij is die dag in de separeer geplaatst omdat klager op zijn kamer bleef schreeuwen en dreigen. Het werd daarom door de afdeling niet verantwoord geacht hem die dag nog een tweede luchtmoment aan te bieden.

De volgende dag gaf klager aan de veiligheid te kunnen waarborgen tijdens zijn aangeboden luchtmoment, maar heeft hij desondanks een sociotherapeut fysiek aangevallen. Daar de dreigende houding de hele dag aanhield, is besloten in het kader van de orde en veiligheid van zowel klager als de medewerkers die dag geen tweede luchtmoment aan klager aan te bieden.

Daar het niet goed ging met klager op afdeling Zuid 1, een doorstroomafdeling (met wat meer vrijheden) naar een reguliere tbs-instelling, is klager intern geplaatst op de afdeling ICU-B waar een strakker regime geldt en waar het goed met hem gaat.

 

3. De beoordeling

Ingevolge artikel 54, eerste lid, onder a, Bvt moet de schriftelijke mededeling van een separatiemaatregel onverwijld aan de verpleegde worden uitgereikt.

De beklagcommissie heeft zich niet uitgelaten over de klacht inzake de onduidelijkheid van het moment van opleggen, de beroepscommissie leest: uitreiken, van de schriftelijke mededeling van de beslissing.

De instelling heeft verklaard dat kennisgevingen van maatregelen normaal gesproken op dezelfde dag worden uitgereikt. Op de schriftelijke mededeling staat echter niet vermeld op welke datum en welk tijdstip deze aan klager is uitgereikt, zodat niet kan worden vastgesteld

of dit tijdig is geweest.

Het beklag zal daarom wegens dit vormverzuim gegrond worden verklaard.

 

Nu de rechtsgevolgen van dit vormverzuim niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €5,-

 

Hetgeen verder in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie inhoudelijk niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat de separatie en de duur daarvan niet onredelijk of onbillijk genoemd kunnen worden gezien klagers verklaringen en dreigingen die uitgebreid in de schriftelijke mededeling van de bestreden beslissing zijn beschreven en de beschrijving van klagers gedrag daarna zoals door de instelling gedaan in beklag en beroep. In het licht daarvan is niet aannemelijk geworden dat klager, zoals hij ter zitting aangeeft, rustig was en hem een tweede luchtmoment aangeboden hadden kunnen worden. 

Het beroep zal daarom inhoudelijk ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inhoudelijk ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, zij verklaart het beklag op vormverzuim gegrond en kent aan klager daarvoor een tegemoetkoming toe van €5,-.

 

Deze uitspraak is op 22 juni 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, drs. M.R. Daniel en mr. drs. L.C. Mulder, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven