Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/19864/GM, 21 juni 2021, beroep
Uitspraakdatum:21-06-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/19864/GM             

           

Betreft klager  Datum  21 juni 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van klager (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Middelburg (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat het te lang heeft geduurd voordat hij in verband met knieklachten is doorgestuurd naar een specialist.

 

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

 

Omdat klager een dag voor de zitting van 1 juni 2021 was overgeplaatst naar een andere PI is in de ochtend mevrouw (…), hoofd zorg bij de PI Middelburg namens de inrichtingsarts digitaal gehoord en in de middag klager en zijn raadsvrouw mr. M. Wever, eveneens digitaal.

De heer (…), tandarts en lid van de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft niets toe te voegen aan zijn klacht, maar heeft wel vragen aan de inrichtingsarts. Toen klager zijn knie blesseerde hoorde hij een geluid alsof er iets scheurde. Klager vraagt zich af waarom, toen de zwelling was afgenomen, niet eerder een ruptuur is overwogen en waarom er is gekozen voor een afwachtend beleid. Naast het verstrekken van de pijnmedicatie kon er ook al een maand gekeken worden. Klager had ontzettend veel pijn. Hij heeft vanaf 1 september 2020 moeten wachten tot de operatie in februari 2021. Sinds het ongeluk kreeg klager te horen ´we kijken het aan´. De eerste paar weken was zijn knie dik, maar na een maand konden ze hem heus wel doorsturen voor een foto. Toen dat eenmaal gebeurde was op de foto niets te zien. Op de MRI-scan daarna zagen ze beschadiging van de knie. Er werd gezegd dat de vertraging aan corona lag, maar het had volgens klager best sneller gekund.

Het is van belang dat vaststaat dat klager steeds bij de huisarts heeft aangegeven dat de klachten aan zijn knie er nog waren of verergerd waren. Dat staat niet in het medisch dossier.

Klager is nu nog aan het herstellen van de kijkoperatie. Dat kan wel maanden tot een jaar duren. Voetballen mag nog niet.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

Het hoofd zorg heeft aan de reactie van de huisarts en het schrijven van de medisch adviseur niets toe te voegen.

 

3. De beoordeling

Op grond van de medische informatie concludeert de beroepscommissie dat het onderzoek van klagers knie volgens de NHG (Nederlandse Huisartsen Genootschap) standaarden is verlopen. Vanwege de pijn en zwelling van de knie kon deze niet direct worden onderzocht. Er bestond hooguit een verdenking van lichte beschadiging, niet van een ruptuur en daarom is een afwachtend beleid ingezet. De blessure is ontstaan op 1 september 2020 en klager is op 20 november 2020 doorverwezen. Hij had op 26 november 2020 een afspraak bij de röntgenafdeling in het ziekenhuis en op 24 december 2020 een MRI-scan. Dit valt op zich binnen normale verwijstijden. De inrichtingsarts meldt wat dit betreft nog dat er vanwege vertraging in verband met transport en consulten die niet door konden gaan na 11,5 weken is verwezen naar de orthopedisch chirurg.

De beroepscommissie merkt nog op dat het argument van klager dat het juist slechter ging met zijn knie, niet terug is te zien in het medisch dossier. Uit het medisch dossier valt juist op te maken dat het beter ging. Er is geen aanleiding om aan deze informatie te twijfelen.

 

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel (oud). De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 21 juni 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. R. Frankenhuis en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, bijgestaan door mr. S. Jousma, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven