Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1213/GA, 7 augustus 2007, beroep
Uitspraakdatum:07-08-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1213/GA

betreft: [klager] datum: 7 augustus 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) De Leuvense Poort te ’s-Hertogenbosch,

gericht tegen een uitspraak van 1 maart 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft op 20 juli 2007 zitting gehouden in de penitentiaire inrichting Vught. De directeur is met bericht van verhindering niet verschenen. Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen,
is
hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens een positieve urinecontrole.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in zijn beroepschrift zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard, omdat de zogenoemde THC/kreatinine ratio zou ontbreken. Dit is echter onjuist. De THC-waarde bedroeg 94 en het kreatininegehalte bedroeg 19,8 mmol/l.
Het landelijk beleid, alsmede het sanctiebeleid van het h.v.b. De Leuvense Poort, stellen de grens van een maximale THC-waarde van 50. Wat het kreatininegehalte betreft wordt een gehalte van 2 mmol/l of minder niet betrouwbaar geacht.
Klager verbleef vier weken in de inrichting toen de urinecontrole werd afgenomen. In een dergelijk geval dient het THC-gehalte minder dan 50 te bedragen. Blijkens de door het Deltalab uitgevoerde test ging het in klagers geval om betrouwbare urine
(19,8
mmol/l) met een te hoog THC-gehalte (94).
Overeenkomstig het in de Leuvense Poort geldende sanctiebeleid is aan klager vervolgens een disciplinaire straf opgelegd.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Het h.v.b. De Leuvense Poort pleegt, evenals vele andere penitentiaire inrichtingen, de in het kader van bij urinecontroles afgenomen urinemonsters te laten onderzoeken door het Deltalab te Poortugaal.

De beklagrechter heeft in het kader van het onderzoek vragen voorgelegd aan het Deltalab, de Jellinek kliniek in Amsterdam en het Diagnostisch Centrum in Eindhoven.
Volgens het Deltalab behoort het THC-gehalte na twee weken negatief te zijn (bij een cut-off waarde van 50 ng/ml).
De Jellinek kliniek geeft aan niet graag testresultaten van een ander laboratorium te interpreteren. Vier weken na binnenkomst kan men over het algemeen aannemen dat cannabis niet meer aantoonbaar is als men een urinetest gebruikt met een afkapgrens
van
50 ng/ml. De genoemde waarde van 94 ligt ruim boven de afkapgrens. Van belang is overigens nog wel of de urine sterk of minder sterk is verdund. Aanbevolen wordt kort na binnenkomst in de inrichting reeds een meting te verrichten.
Het Diagnostisch Centrum geeft aan dat, alhoewel een THC waarde van 94 na vier weken en 2 à 3 dagen hoog is, er helaas geen onderbouwde uitspraak kan worden gedaan over de (on)mogelijkheid van deze uitslag tengevolge van gebruik in de periode
voorafgaand aan de detentie en dus evenmin over eventueel hergebruik in de periode van detentie. In dit verband speelt een rol dat het kreatininegehalte niet bekend is en er slechts één urine-uitslag bekend is.

De beklagrechter heeft in zijn beoordeling van de klacht met name de lijn van het Diagnostisch Centrum gevolgd. Het beklag is gegrondverklaard, omdat de THC/kreatinine ratio ontbreekt.
Het Diagnostisch Centrum is bij de beantwoording van de voorgelegde vragen afgegaan op de informatie die was aangereikt. Daarin ontbrak het op zich wel bekende gegeven dat het kreatininegehalte 19,8 mmol/l bedroeg. De THC/kreatinine ratio was derhalve
wel bekend, maar niet bij het Diagnostisch Centrum. Haar beoordeling van de onderhavige kwestie legt geen gewicht in de schaal.

Tegen de achtergrond van het vorenstaande, waarbij voor de beroepscommissie voorop staat dat de directeur in redelijkheid mag afgaan op de testresultaten van het Deltalab, in dit geval inhoudende ruim vier weken na binnenkomst in de inrichting een THC
gehalte van 94 bij een kreatininegehalte van 19,8 mmol/l, komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de directeur in redelijkheid tot de bestreden strafoplegging kon overgaan. Het beroep van de directeur zal dan ook gegrond worden verklaard, de
uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

De beroepscommissie merkt nog een tweetal punten op:
1. indien de beklagcommissie nadere informatie inwint is het gewenst die informatie aan de directeur en klager mee te delen met de mogelijkheid van commentaar alvorens te beslissen;
2. teneinde discussies over bijgebruik te voorkomen lijkt het aanbevelenswaardig van een gedetineerde direct bij binnenkomst een urinecontrole af te nemen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 7 augustus 2007

secretaris voorzitter

Naar boven