Nummer: 07/1318/SGA
Betreft: [klager] datum: 25 mei 2007
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. E.R. Weening, namens
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Stadsgevangenis te Rotterdam.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 20 mei 2007, inhoudende de verlenging met veertien dagen van een op 13 mei
2007
opgelegd ordemaatregel. De verlenging is ingegaan op 20 mei 2007 en eindigt op 3 juni 2007. Reden voor de verlening van de eerder opgelegde ordemaatregel is dat er tijdens een onderzoek in verzoekers verblijfsruimte belastende papieren zijn
aangetroffen
die betrekking hebben op een personeelslid. Naar aanleiding daarvan is onderzoek noodzakelijk.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 23 mei 2007 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 24 mei 2007.
1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Door en namens verzoeker is aangevoerd dat er sprake is van een conflict tussen een personeelslid en de directeur en dat klager daar de dupe van wordt. Een plaatsing in een afzonderingscel is in dit geval een te zwaar middel, mogelijk had kunnen worden
volstaan met afzondering in de eigen cel. Daarnaast geldt dat aan verzoeker is medegedeeld dat hij afgezonderd zou blijven tot hij gaat praten. Daardoor wordt deze maatregel een ongeoorloofd pressiemiddel
Uit de inlichtingen van de directeur komt onder meer het volgende naar voren. Bij gelegenheid van een celcontrole en fouillering is bij verzoeker een briefje met daarop het geheime telefoonnummer van een medewerker van de inrichting aangetroffen. Dit
levert een inbreuk op de orde en veiligheid op. Verzoeker is in het kader van onderzoek in afzondering geplaatst. Hij is in een afzonderingscel geplaatst omdat hij in een meerpersoonscel verblijft zodat volledige afzondering daar niet realiseerbaar is.
De recherche doet momenteel onderzoek naar één en ander. Lopende dat onderzoek zijn details naar voren gekomen die een verlenging noodzakelijk maken.
2. De beoordeling
Naar aanleiding van een voorval op 13 mei 2007 is verzoeker in een afzonderingscel geplaatst voor het kunnen doen van onderzoek naar dat voorval. De geldigheidsduur van die ordemaatregel is op 20 mei 2007 voor veertien dagen verlengd. Nu uit de
bestreffende beslissing niet blijkt dat verzoeker – voorafgaande aan het nemen van die beslissing – is gehoord en niet blijkt van een nieuwe belangenafweging ten aanzien van de noodzaak van voortduring van de ordemaatregel, zijn er termen aanwezig voor
toewijzing van het verzoek,
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing van de directeur.
Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 25 mei 2007.
secretaris voorzitter