nummer: 07/1029/TA
betreft: [klager] datum: 14 augustus 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. M.Th.M. Zumpolle namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 6 april 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij de Oostvaarderskliniek, locatie Amsterdam, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de intrekking van (begeleid) verlof.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beroep richt zich enkel tegen de beslissing tot intrekking van begeleid verlof. Klager is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in het beklag. De
beslissing van de beklagrechter is onjuist als ook onbegrijpelijk, omdat een deugdelijke motivering ontbreekt. Klager genoot elke dag begeleid verlof. Het begeleid verlof is opgestart vanaf 7 augustus 2006. De beslissing van het hoofd van de inrichting
hield uitsluitend verband met de beslissing van de inrichting tot herselectie/overplaatsing en de beslissing om geen onbegeleid verlof voor klager aan te vragen. Hierdoor werd het ingezette resocialisatietraject uitgesteld. Klager heeft de
intrekkingsbeslissing opgevat als een beslissing, waarbij zijn verlof voor onbepaalde tijd was ingetrokken. Klager heeft zijn beklag gedateerd 30 oktober 2006. Het is op het secretariaat van de beklagrechter ontvangen op 6 november 2006. Ook op 6
november 2006 duurde het ingetrokken verlof nog voort. Daarom dient klager alsnog ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag. De beklagrechter heeft uitspraak gedaan op 6 april 2007. Van bijzondere omstandigheden, waardoor de beklagrechter de
termijn van vier weken als vermeld in artikel 65, eerste lid, Bvt met vier weken kan verlengen, is niet gebleken. Verzocht wordt om klager alsnog ontvankelijk te verklaren en het beklag gegrond te verklaren.
Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
In artikel 68, eerste lid, Bvt wordt vermeld dat de beklagrechter binnen een termijn van vier weken uitspraak doet, welke termijn in bijzondere omstandigheden met ten hoogste vier weken kan worden verlengd. Klager heeft op 30 oktober 2006 beklag
ingediend. De beslissing van de beklagrechter is klager vervolgens op 13 april 2007, ruim zes maanden na het indienen van het beklag, toegezonden.
De beroepscommissie acht het zeer wenselijk dat binnen de in artikel 68 Bvt vermelde termijn wordt beslist. De wetgever heeft echter geen gevolgen verbonden aan overschrijding van deze termijn.
De beroepscommissie overweegt dat uit artikel 56, tweede lid aanhef en onder a, Bvt volgt dat tot de intrekking van (begeleid) verlof dat niet aaneengesloten heeft plaatsgevonden en meer dan een week heeft geduurd, ook al vindt dat verlof iedere dag
plaats, geen beklagwaardige beslissing betreft.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. drs. F.A.M. Bakker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 augustus 2007
secretaris voorzitter