Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/21321/GV, 8 juni 2021, beroep
Uitspraakdatum:08-06-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-21/21321/GV                      

           

Betreft [klager]            Datum 8 juni 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 5 februari 2021 klagers verzoek tot strafonderbreking afgewezen.

Klagers raadsvrouw, mr. M.F.M. Ortner, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

 

2. De ontvankelijkheid

Op grond van artikel 73, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet moet het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep instelt worden ingediend.

Klager heeft de bestreden beslissing op 5 februari 2021 van de casemanager ontvangen. Het beroepschrift dateert van 12 mei 2021 en is op het secretariaat van de RSJ op diezelfde dag ontvangen.

Klager heeft niet tijdig beroep ingesteld. Uit het dossier blijkt niet dat daarvoor een goede reden bestond. Ter verklaring van deze termijnoverschrijding is namens klager aangevoerd dat de casemanager van klager zijn beroepschrift zou indienen en dat hij daartoe ook een formulier zou hebben ondertekend om aan te geven dat hij in beroep wenste te gaan. Uit navraag door verweerder bij de casemanager van klager blijkt dat klager geen formulier heeft getekend waaruit zou blijken dat hij in beroep wenste te gaan. Ook heeft klager geen beroepschrift aangeleverd. De casemanager heeft bij klager wel aangegeven dat hij een beroepschrift kon indienen als hij het niet eens was met de beslissing. Klager zou daarover contact opnemen met zijn advocaat. Gelet op het voorgaande is niet gebleken van een verschoonbare termijnoverschrijding. De beroepscommissie zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

 

 

Deze uitspraak is op 8 juni 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. S. Djebali, voorzitter, F. van Dekken en mr. D.W.J. Vinkes, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven