Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0843/GA, 24 juli 2007, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 07/843/GA

betreft: [klager] datum: 24 juli 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 april 2007 van de beklagcommissie bij de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 juli 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C. Wendenburg, gehoord.
De directeur van de locatie Dordtse Poorten heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet mogen voeren van een telefoongesprek met zijn advocaat in een aparte ruimte op een telefoonapparaat dat niet wordt afgeluisterd.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klagers raadsvrouw voert een pleidooi overeenkomstig de aangehechte pleitnota. Daarnaast is door en namens klager nog – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd. Er was voor klager sprake van een noodzaak om zijn advocaat te bellen. Klager werd
overgeplaatst en zijn raadsvrouw had een afspraak met klager in de eerdere inrichting. Hij wilde zijn overplaatsing doorgeven om te voorkomen dat de advocaat voor niets een reis zou maken. In de inrichting bestaat de mogelijkheid om via een aparte
telefoon te bellen. Dat is een toestel dat bij de penitentiair inrichtingswerkers staat. Klager heeft gevraagd om van dat toestel gebruik te mogen maken. Dat is hem toen geweigerd. Hem werd gezegd dat hij via de reguliere afdelingstelefoon moest
bellen.
Klager vindt dat dit niet kan. Indien hij immers via de afdelingstelefoon met zijn raadsvrouw belt op haar mobiele nummer en zij zich niet meteen als advocaat bekend maakt op dat nummer, wordt het hele gesprek afgeluisterd.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Blijkens de huisregels van de locatie Dordtse Poorten bestaat de mogelijkheid dat telefoongesprekken, gevoerd op alle openbare telefoontoestellen en een aantal diensttoestellen in de inrichting, worden opgenomen en steekproefsgewijs (of op aanvraag)
worden teruggeluisterd. Daarnaast wordt de gedetineerde, indien hiertoe de noodzaak en gelegenheid bestaat, in staat gesteld telefonisch contact te hebben met de zogenaamde geprivilegieerde contacten. Op die telefoongesprekken wordt geen ander toezicht
uitgeoefend dan noodzakelijk is om de identiteit van de persoon met wie het gesprek wordt gevoerd of met wie gewenst wordt een gesprek te voeren, vast te stellen. Om de privacy van de gedetineerde ten aanzien van die geprivilegieerde contacten te
waarborgen, is een lijst met telefoonnummers van onder andere alle geregistreerde advocaten en reclasseringsinstellingen in de opnameapparatuur ingevoerd. Indien een dergelijk nummer wordt gebeld, wordt dit door de apparatuur herkend en wordt dat
gesprek niet opgenomen.
Klager stelt dat hij met zijn raadsvrouw wenste te bellen op haar mobiele telefoonnummer. Dit nummer staat niet ingevoerd in de telefooncomputer van de inrichting. Om die reden wilde hij via een opnamevrije telefoon in een afgesloten ruimte een gesprek
kunnen voeren. Hem is de toestemming daarvoor geweigerd. De vraag die beantwoording behoeft is of de directeur, gelet op het bepaalde in artikel 39 van de Pbw en op het bepaalde in paragraaf 3.9 van de huisregels van de locatie, die toestemming mocht
weigeren. De beroepscommissie beantwoordt die vraag bevestigend. Om afluistervrij te kunnen bellen met zogenaamde geprivilegieerde contacten, waarvan – zoals in dit geval – het telefoonnummer niet op voorhand bekend is, dient door de gedetineerde de
noodzaak voor het voeren van een dergelijk gesprek aannemelijk te worden gemaakt. De beroepscommissie acht niet aannemelijk dat klager dit in voldoende mate heeft gedaan. Het enkele aangeven dat hij zijn raadsvrouw op haar mobiele nummer wilde bellen
is
daarvoor onvoldoende. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat de bestreden beslissing van de directeur niet in strijd is met de wet, noch – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – onredelijk of onbillijk moet worden geacht. Het beroep
zal
daarom ongegrond worden verklaard.

De beroepscommissie geeft de directeur overigens nog in overweging om voor de gedetineerden in de huisregels, dan wel in op te stellen nadere regels, meer duidelijkheid te geven omtrent de mogelijkheid waaronder en redenen waarvoor afluistervrij bellen
wordt toegestaan.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, L. Diepenhorst en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 24 juli 2007

secretaris voorzitter

Naar boven